Oefening 1: Telbare zelfstandige naamwoorden in het Arabisch
2. Zij zag vijf *tufah* (appels) in de mand. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden kunnen meervoud vormen.
3. De student heeft vier *mudarris* (leraren) in de klas. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden verwijzen naar afzonderlijke personen of dingen.
4. Hij heeft twee *sayyarat* (auto’s) in de garage. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden kunnen geteld worden.
5. We hebben zeven *awlad* (kinderen) in onze familie. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden zijn vaak mensen of dieren.
6. De winkel verkoopt tien *jaraar* (potten). Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden kunnen individueel worden geteld.
7. Zij nam zes *kursi* (stoelen) mee naar het feest. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden hebben een meervoudsvorm.
8. In het park zijn acht *kutub* (boeken) verloren. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden kunnen worden geteld.
9. Hij kocht drie *kalb* (honden) als huisdieren. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden verwijzen naar dieren.
10. De leraar gaf vijf *duruus* (lessen) deze week. Hint: Telbare zelfstandige naamwoorden kunnen worden geteld.
Oefening 2: Ontelbare zelfstandige naamwoorden in het Arabisch
2. Zij gebruikt veel *sukkar* (suiker) in haar thee. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden zijn vaak vloeistoffen of substanties.
3. We hebben geen *zayt* (olie) meer in de keuken. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden kunnen niet in meervoud staan.
4. Hij voegt altijd *milh* (zout) toe aan zijn eten. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden zijn vaak stoffen.
5. De bakker gebruikt veel *dqiq* (meel) om brood te maken. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden verwijzen naar substanties.
6. Zij koopt altijd verse *halaib* (melk) voor haar kinderen. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden zijn vloeistoffen.
7. Er zit veel *hawa’* (lucht) in de kamer. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden zijn meestal niet telbaar.
8. Hij voegde een beetje *khal* (azijn) toe aan de saus. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden kunnen niet geteld worden.
9. De soep bevat veel *marak* (bouillon). Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden zijn vaak vloeistoffen of mengsels.
10. Zij gebruikte *shai’* (thee) om zich te ontspannen. Hint: Ontelbare zelfstandige naamwoorden verwijzen vaak naar vloeistoffen of substanties.