Oefening 1: Voltooide handelingen met werkwoorden in het Tamil
2. Jij *கதைத்திருக்கிறாய்* (hebt gesproken) met de leraar.
3. Hij *பாடித்திருக்கிறான்* (heeft gestudeerd) Tamil vandaag.
4. Wij *வந்திருக்கிறோம்* (zijn gekomen) naar het feest.
5. Jullie *பாடித்திருக்கிறீர்கள்* (hebben gezongen) het lied samen.
6. Zij (meervoud) *எழுதியிருக்கிறார்கள்* (hebben geschreven) een brief.
7. Ik *கூட்டியிருக்கிறேன்* (heb de spullen verzameld) voor het project.
8. Jij *நடத்தியிருக்கிறாய்* (hebt georganiseerd) de vergadering.
9. Hij *கட்டியிருக்கிறான்* (heeft gebouwd) een huis.
10. Wij *கண்டிருக்கிறோம்* (hebben gezien) de film gisteren.
Oefening 2: Gebruik van de tegenwoordige voltooide tijd in zinnen
2. Jij *வாங்கியிருக்கிறாய்* (hebt gekocht) een nieuwe auto.
3. Ik *படித்திருக்கிறேன்* (heb gelezen) dat boek.
4. Wij *சென்றிருக்கிறோம்* (zijn gegaan) naar de markt.
5. Hij *உண்டிருக்கிறான்* (heeft gegeten) al zijn ontbijt.
6. Jullie *எழுதியிருக்கிறீர்கள்* (hebben geschreven) het verslag.
7. Zij (meervoud) *நடத்தியிருக்கிறார்கள்* (hebben georganiseerd) een evenement.
8. Ik *காண்பித்திருக்கிறேன்* (heb laten zien) mijn werk.
9. Jij *போகியிருக்கிறாய்* (bent gegaan) naar huis.
10. Hij *உண்டிருக்கிறான்* (heeft gehad) genoeg tijd.