1. *Algú* ha trucat a la porta. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iemand’.)
2. *Quelcom* és caigut a terra. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iets’.)
3. *Ningú* no vol venir a la festa. (Hint: Gebruik een negatief onbepaald voornaamwoord voor ‘niemand’.)
4. *Tothom* està preparat per començar. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iedereen’.)
5. *Cap* no sap la resposta correcta. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat ‘geen enkele’ betekent.)
6. *Alguns* volen anar al cinema. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘enkele’ in meervoud, mannelijk.)
7. *Algunes* han comprat fruita fresca. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘enkele’ in meervoud, vrouwelijk.)
8. *Qualsevol* pot participar en el concurs. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iedereen die maar wil’.)
9. *Cap* dels llibres és interessant per a mi. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘geen enkele’ bij meervoud.)
10. *Res* m’importa més que la família. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘niets’.)

1. No hi ha *ningú* dins de la casa. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘niemand’ na een voorzetsel.)
2. Parlaré amb *algú* demà. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iemand’ na een voorzetsel.)
3. No vull veure *res* d’aquella pel·lícula. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘niets’ na een voorzetsel.)
4. Vaig comprar un regal per a *algú* especial. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iemand’ na het voorzetsel ‘per a’.)
5. Hi ha *alguns* entre vosaltres que no entenen la lliçó. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘enkele’ na het voorzetsel ‘hi ha’.)
6. No trobo *cap* motiu per estar trist. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘geen enkele’ na het voorzetsel ‘per’.)
7. Ells no coneixen *tothom* a la festa. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iedereen’ na een voorzetsel.)
8. No vam veure *quelcom* estrany al carrer. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘iets’ na een voorzetsel.)
9. Ens agradaria parlar amb *algunes* persones més. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘enkele’ vrouwelijk na een voorzetsel.)
10. No hi ha *res* que pugui fer ara. (Hint: Gebruik een onbepaald voornaamwoord voor ‘niets’ na een voorzetsel.)