Oefening 1: Basis tegenwoordige tijd vergelijken
2. Jij *படிக்கிறாய்* (padikkirai) in de bibliotheek. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘lezen’ voor ‘jij’.)
3. Hij *படிக்கிறார்* (padikkiraar) Tamil in school. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘lezen’ voor ‘hij/zij’.)
4. Wij *படிக்கிறோம்* (padikkirOm) samen thuis. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘lezen’ voor ‘wij’.)
5. Jullie *படிக்கிறீர்கள்* (padikkirIrkaL) elke ochtend. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘lezen’ voor ‘jullie’.)
6. Zij (meervoud) *படிக்கிறார்கள்* (padikkirArkaL) in de klas. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘lezen’ voor ‘zij’ meervoud.)
7. Ik *சாப்பிடுகிறேன்* (sAppidu-kiren) mijn lunch nu. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘eten’ voor ‘ik’.)
8. Jij *சாப்பிடுகிறாய்* (sAppidu-kirai) in het restaurant. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘eten’ voor ‘jij’.)
9. Hij *சாப்பிடுகிறான்* (sAppidu-kiraan) elke dag rijst. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘eten’ voor ‘hij’.)
10. Wij *சாப்பிடுகிறோம்* (sAppidu-kirOm) samen aan tafel. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘eten’ voor ‘wij’.)
Oefening 2: Tegenwoordige tijd van werkwoorden vergelijken
2. Jij *செல்கிறாய்* (selkirai) naar school. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘gaan’ voor ‘jij’.)
3. Zij (enkelvoud) *செல்கிறாள்* (selkiraal) naar haar werk. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘gaan’ voor ‘zij’ enkelvoud vrouwelijk.)
4. Wij *செல்கிறோம்* (selkirOm) samen naar het park. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘gaan’ voor ‘wij’.)
5. Jullie *செல்கிறீர்கள்* (selkirIrkaL) naar de winkel. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘gaan’ voor ‘jullie’.)
6. Zij (meervoud) *செல்கிறார்கள்* (selkirArkaL) naar het feest. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘gaan’ voor ‘zij’ meervoud.)
7. Ik *எழுகிறேன்* (ezhugiren) vroeg in de ochtend. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘opstaan’ voor ‘ik’.)
8. Jij *எழுகிறாய்* (ezhugirai) na het ontbijt. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘opstaan’ voor ‘jij’.)
9. Hij *எழுகிறது* (ezhugiradhu) om zes uur. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘opstaan’ voor ‘hij’.)
10. Wij *எழுகிறோம்* (ezhugirOm) elke dag op tijd. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘opstaan’ voor ‘wij’.)