Oefening 1: Voltooid verleden tijd met regelmatige werkwoorden
2. वह स्कूल *गया* था toen बारिश begon. (Hint: Voltooid verleden tijd van “जाना” voor een man)
3. उन्होंने कल किताब *पढ़ी*। (Hint: Gebruik het vrouwelijke voltooid deelwoord van “पढ़ना”)
4. मैं बाजार से फल *लाया* था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “लाना” voor een man)
5. उसने अपनी नौकरी पहले *खोई*। (Hint: Vrouwelijke vorm van het voltooid deelwoord van “खोना”)
6. हमलोगों ने फिल्म *देखी* थी। (Hint: Meervoud vrouwelijke vorm van “देखना”)
7. तुमने अपना होमवर्क *किया* था। (Hint: Voltooid deelwoord van “करना” voor jij)
8. बच्चो ने खेल के बाद सब *धोए*। (Hint: Meervoud mannelijke vorm van “धोना”)
9. उन्होंने अपने दोस्त को फोन *किया* था। (Hint: Voltooid deelwoord van “करना” voor meervoud)
10. मैं कल नई किताब *खरीदा* था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “खरीदना” voor een man)
Oefening 2: Voltooid verleden tijd met onregelmatige werkwoorden
2. वह अपनी बहन से मिला था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “मिलना” voor een man)
3. उसने अपनी किताब खो दी थी। (Hint: Voltooid verleden tijd van “खोना” voor een vrouw)
4. मैंने तुम्हारा संदेश सुना था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “सुनना” voor een man)
5. उन्होंने सब्जी पकाई थी। (Hint: Voltooid verleden tijd van “पकाना” voor meervoud)
6. हमलोगों ने पानी पिया था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “पीना” voor meervoud)
7. तुमने मुझसे झूठ बोला था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “बोलना” voor jij)
8. बच्चो ने स्कूल में गाना गाया था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “गाना” voor meervoud)
9. उसने अपने कमरे की सफाई की थी। (Hint: Voltooid verleden tijd van “करना” voor een vrouw)
10. मैंने पुराने दोस्त को बुलाया था। (Hint: Voltooid verleden tijd van “बुलाना” voor een man)