Oefening 1: Voltooid tegenwoordige tijd met regelmatig werkwoord
2. میں نے کھانا *کھایا* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van کھانا – eten)
3. تم نے خط *لکھا* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van لکھنا – schrijven)
4. ہم نے فلم *دیکھی* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van دیکھنا – kijken)
5. وہ لڑکی نے سکول *جایا* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van جانا – gaan)
6. میں نے اپنا کام *کیا* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van کرنا – doen/maken)
7. آپ نے سوال *پوچھا* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van پوچھنا – vragen)
8. بچے نے کھیل *کھیلا* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van کھیلنا – spelen)
9. ہم نے موسیقی *سنی* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van سننا – luisteren)
10. تم نے گھر *صفائی* کی ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van صفائی کرنا – schoonmaken)
Oefening 2: Voltooid tegenwoordige tijd met onregelmatig werkwoord
2. میں نے پانی *پیا* ہے۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van پینا – drinken, onregelmatig)
3. تم نے کہا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van کہنا – zeggen)
4. ہم نے جانا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van جانا – gaan, onregelmatig)
5. آپ نے دیکھا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van دیکھنا – kijken)
6. بچے نے لیا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van لینا – nemen)
7. میں نے دیا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van دینا – geven)
8. تم نے سنا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van سننا – luisteren)
9. وہ نے بنایا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van بنانا – maken)
10. ہم نے آنا *ہے*۔ (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van آنا – komen)