Oefening 1: Wederkerige voornaamwoorden in eenvoudige zinnen
2. Jullie *spreken* met elkaar in het Hebreeuws. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie”)
3. Wij *vertrouwen* elkaar altijd. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij”)
4. De meisjes *zien* elkaar elke dag op school. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
5. De mannen *spreken* met elkaar over het nieuws. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
6. De collega’s *helpen* elkaar bij moeilijke taken. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
7. Jullie *herinneren* elkaar aan afspraken. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie”)
8. Wij *lachen* om elkaar tijdens het feest. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij”)
9. De buren *groeten* elkaar vriendelijk. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
10. De studenten *ondersteunen* elkaar bij het studeren. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
Oefening 2: Wederkerige voornaamwoorden in samengestelde zinnen
2. Jullie *helpen* elkaar als iemand problemen heeft. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie”)
3. Wij *moeten* elkaar vaker bezoeken. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij”)
4. De teams *werken* samen en *vertrouwen* elkaar. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
5. De kinderen *delen* speelgoed en *spelen* met elkaar. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
6. Jullie *bespreken* plannen en *helpen* elkaar bij de uitvoering. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie”)
7. Wij *leren* van elkaar tijdens de les. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij”)
8. De vrienden *ondersteunen* elkaar in moeilijke tijden. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
9. Zij *zien* elkaar niet vaak, maar *spreken* wel regelmatig. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)
10. De partners *respecteren* en *vertrouwen* elkaar. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij”)