Oefening 1: Basiswederkerige voornaamwoorden in het Grieks
2. Wij *spreken* met elkaar elke dag. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij” in het Grieks)
3. Jullie *begrijpen* elkaar goed. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie” in het Grieks)
4. De leraren *onderwijzen* elkaar nieuwe dingen. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” meervoud)
5. De buren *helpen* elkaar in de tuin. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” in het Grieks)
6. De kinderen *spelen* met elkaar in het park. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” in het Grieks)
7. Wij *zien* elkaar elke ochtend. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij” in het Grieks)
8. Jullie *luisteren* naar elkaar tijdens de les. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie” in het Grieks)
9. De studenten *helpen* elkaar met studeren. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” meervoud)
10. De familie *ondersteunt* elkaar altijd. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” in het Grieks)
Oefening 2: Complexere zinnen met wederkerige voornaamwoorden
2. Wij *vertrouwen* elkaar volledig. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij” in het Grieks)
3. Jullie *helpen* elkaar met de voorbereidingen. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie” in het Grieks)
4. De teams *concurreren* met elkaar tijdens de wedstrijd. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” meervoud)
5. De vrienden *ondersteunen* elkaar in moeilijke tijden. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” in het Grieks)
6. Wij *beleven* leuke momenten met elkaar. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij” in het Grieks)
7. Jullie *delen* ideeën met elkaar. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “jullie” in het Grieks)
8. De familie *zorgt* voor elkaar. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” in het Grieks)
9. De studenten *overleggen* met elkaar over het examen. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “zij” meervoud)
10. Wij *vergeven* elkaar snel. (Hint: Gebruik het wederkerige voornaamwoord voor “wij” in het Grieks)