Oefening 1: Vragende woorden gebruiken in Azerbeidzjaanse zinnen
2. Sən *nə* etmək istəyirsən? (Hint: Vraag naar ‘wat’ iemand wil doen).
3. *Harada* kitabını qoymusan? (Hint: Vraag naar een plaats).
4. *Niyə* sən dərsə getmirsən? (Hint: Vraag naar een reden).
5. *Necə* sən bu qədər sürətli danışa bilirsən? (Hint: Vraag naar een manier of hoe iets gebeurt).
6. *Hansı* rəngi seçmək istəyirsən? (Hint: Vraag naar ‘welke’ van meerdere opties).
7. Sən *neçə* yaşındasan? (Hint: Vraag naar leeftijd of hoeveelheid).
8. *Kiminlə* sən bazara gedirsən? (Hint: Vraag naar ‘met wie’).
9. *Nə vaxt* biz görüşəcəyik? (Hint: Vraag naar tijd).
10. *Nə üçün* sən yorğun görünürsən? (Hint: Vraag naar oorzaak of reden).
Oefening 2: Vragende zinnen met juiste woordvolgorde in Azerbeidzjaans
2. *Kim* bu kitabı oxuyur? (Hint: Vraag naar ‘wie’ als onderwerp van de zin).
3. Sən *nə* vaxt gələcəksən? (Hint: Vraag naar tijd, let op de positie van het vraagwoord).
4. *Nə* sən bu gün məktəbə getdin? (Hint: Vraag naar ‘wat’ als onderwerp, let op woordvolgorde).
5. O *niyə* dərsə getmir? (Hint: Vraag naar reden, vraagwoord direct voor het werkwoord).
6. Sən *hansı* kitabı oxuyursan? (Hint: Vraag naar ‘welke’, vraagwoord direct voor het zelfstandig naamwoord).
7. *Necə* sən bu yeməyi hazırladın? (Hint: Vraag naar manier, vraagwoord aan het begin).
8. Sən *necə* hiss edirsən? (Hint: Vraag naar gevoel, let op de positie van het vraagwoord).
9. *Nə üçün* sən mənə zəng etmədin? (Hint: Vraag naar reden, vraagwoordcombinatie aan het begin).
10. O *kiminlə* danışır? (Hint: Vraag naar met wie, vraagwoord direct voor het werkwoord).