1. *Хто* це? (Hint: Vraag naar een persoon.)
2. *Що* ти робиш? (Hint: Vraag naar een ding of handeling.)
3. *Де* він живе? (Hint: Vraag naar een plaats.)
4. *Хто* прийде на зустріч? (Hint: Vraag naar wie aanwezig zal zijn.)
5. *Що* це за книга? (Hint: Vraag naar een object of ding.)
6. *Де* знаходиться школа? (Hint: Vraag naar locatie.)
7. *Хто* твій друг? (Hint: Vraag naar een persoon.)
8. *Що* ти хочеш їсти? (Hint: Vraag naar iets wat je wilt.)
9. *Де* ми зустрічаємося? (Hint: Vraag naar een plaats van ontmoeting.)
10. *Хто* дзвонить? (Hint: Vraag naar de persoon die belt.)

1. *Коли* ти приїдеш? (Hint: Vraag naar tijd.)
2. *Чому* ти сумний? (Hint: Vraag naar reden.)
3. *Як* ти це зробив? (Hint: Vraag naar manier of methode.)
4. *Коли* починається урок? (Hint: Vraag naar het tijdstip.)
5. *Чому* він не прийшов? (Hint: Vraag naar oorzaak.)
6. *Як* ти почуваєшся? (Hint: Vraag naar toestand of gevoel.)
7. *Коли* у вас відпустка? (Hint: Vraag naar periode.)
8. *Чому* вони сміються? (Hint: Vraag naar reden van lachen.)
9. *Як* дістатися до вокзалу? (Hint: Vraag naar route of manier.)
10. *Коли* ми поїдемо додому? (Hint: Vraag naar tijdstip van vertrek.)