Oefening 1: Kies het juiste vragende bijvoeglijk naamwoord (welke)
2. *Mana* rumah yang besar di jalan ini? (Hint: Vraag naar een specifieke grote woning.)
3. *Mana* warna yang kamu pilih untuk baju itu? (Hint: Vraag naar een specifieke kleur.)
4. *Mana* temanmu yang pandai bermain gitar? (Hint: Vraag naar een specifieke vriend met deze eigenschap.)
5. *Mana* mobil yang lebih cepat? (Hint: Vraag naar een specifieke auto met deze eigenschap.)
6. *Mana* jalan yang menuju ke pasar? (Hint: Vraag naar een specifieke straat die ergens naartoe gaat.)
7. *Mana* makanan favoritmu di restoran ini? (Hint: Vraag naar een specifiek favoriet gerecht.)
8. *Mana* tas yang harganya paling murah? (Hint: Vraag naar een specifieke tas met een eigenschap.)
9. *Mana* film yang kamu tonton semalam? (Hint: Vraag naar een specifieke film.)
10. *Mana* lagu yang sering kamu dengarkan? (Hint: Vraag naar een specifiek liedje.)
Oefening 2: Vul het juiste vragende bijvoeglijk naamwoord in (wat voor)
2. *Apa* warna baju yang kamu pakai hari ini? (Hint: Vraag naar het soort kleur.)
3. *Apa* makanan yang biasanya kamu makan saat sarapan? (Hint: Vraag naar het soort eten.)
4. *Apa* buku yang kamu baca sekarang? (Hint: Vraag naar het soort boek.)
5. *Apa* pekerjaan yang kamu inginkan di masa depan? (Hint: Vraag naar het soort baan.)
6. *Apa* hobi yang kamu miliki? (Hint: Vraag naar het soort hobby.)
7. *Apa* film yang kamu tonton kemarin? (Hint: Vraag naar het soort film.)
8. *Apa* warna cat yang cocok untuk kamar ini? (Hint: Vraag naar het soort kleur.)
9. *Apa* jenis olahraga yang kamu sukai? (Hint: Vraag naar het soort sport.)
10. *Apa* tempat yang ingin kamu kunjungi? (Hint: Vraag naar het soort plaats.)