Oefening 1: Kies het juiste vragende bijvoeglijke naamwoord
2. *Milyen* színű az autó? (Vraag naar de kleur)
3. *Milyen* idő van ma? (Vraag naar het weer)
4. *Milyen* filmet néztél tegnap? (Vraag naar het soort film)
5. *Milyen* ember ő? (Vraag naar het karakter of type persoon)
6. *Milyen* dallam szól a rádióban? (Vraag naar het soort muziek)
7. *Milyen* ételt szeretsz a legjobban? (Vraag naar het soort eten)
8. *Milyen* nyelvet tanulsz? (Vraag naar de taal)
9. *Milyen* ruhát vettél fel? (Vraag naar het soort kleding)
10. *Milyen* ajándékot kaptál? (Vraag naar het soort cadeau)
Oefening 2: Vul het vragende bijvoeglijke naamwoord in passend bij de context
2. *Milyen* nap volt tegnap? (Vraag naar het soort dag)
3. *Milyen* virágot vettél a piacon? (Vraag naar het soort bloem)
4. *Milyen* tanár tanít téged? (Vraag naar het type leraar)
5. *Milyen* könyv a kedvenced? (Vraag naar het soort boek)
6. *Milyen* autóval mentél dolgozni? (Vraag naar het type auto)
7. *Milyen* étterembe mentetek? (Vraag naar het soort restaurant)
8. *Milyen* játékot játszanak a gyerekek? (Vraag naar het soort spel)
9. *Milyen* dalokat hallgatsz? (Vraag naar het soort liedjes)
10. *Milyen* időjárás várható holnap? (Vraag naar het soort weer)