1. *Que* rapaz é teu amigo? (Hint: Gebruik “que” om te vragen “welke” bij een mannelijk enkelvoud.)
2. *Cal* muller viches nesta festa? (Hint: “Cal” betekent “welke” en wordt gebruikt voor vrouwelijke enkelvoud.)
3. *Cantos* rapaces veñen á clase? (Hint: “Cantos” betekent “hoeveel” bij mannelijk meervoud.)
4. *Cantas* mulleres falan galego? (Hint: “Cantas” betekent “hoeveel” bij vrouwelijk meervoud.)
5. *Que* estudante está na biblioteca? (Hint: “Que” voor “welke” bij enkelvoud.)
6. *Cal* profesor vai dar a clase hoxe? (Hint: “Cal” voor “welke” bij mannelijk enkelvoud.)
7. *Que* nenas xogan no parque? (Hint: “Que” kan ook “welke” betekenen voor vrouwelijke meervoud.)
8. *Cantas* persoas chegaron xa? (Hint: “Cantas” betekent “hoeveel” bij vrouwelijke meervoud.)
9. *Cantos* libros leu o rapaz? (Hint: “Cantos” betekent “hoeveel” bij mannelijk meervoud.)
10. *Cal* alumno escribiu este texto? (Hint: “Cal” betekent “welke” bij mannelijk enkelvoud.)

1. *Que* libro queres ler? (Hint: Gebruik “que” voor “welke” bij een mannelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord.)
2. *Cal* cor prefires para a túa casa? (Hint: “Cal” betekent “welke” bij vrouwelijke enkelvoud.)
3. *Que* tipo de música escoitas? (Hint: “Que” wordt gebruikt om te vragen “wat voor” bij mannelijk enkelvoud.)
4. *Cantos* cartos custou o billete? (Hint: “Cantos” betekent “hoeveel” bij mannelijk meervoud.)
5. *Cantas* horas estudaches onte? (Hint: “Cantas” betekent “hoeveel” bij vrouwelijke meervoud.)
6. *Cal* problema tes coa túa computadora? (Hint: “Cal” voor “welke” bij mannelijk enkelvoud.)
7. *Que* clase de festa foi? (Hint: “Que” betekent “wat voor” bij vrouwelijke enkelvoud.)
8. *Cal* día da semana prefires? (Hint: “Cal” betekent “welke” bij mannelijk enkelvoud.)
9. *Que* idioma falan na reunión? (Hint: “Que” voor “welke” of “wat voor” bij mannelijk enkelvoud.)
10. *Cantas* persoas asistiron ao concerto? (Hint: “Cantas” betekent “hoeveel” bij vrouwelijke meervoud.)