Oefeningen met voorzetsels van richtingen voor de Welshe grammatica - Talkpal
00 Dagen D
16 Uren H
59 Notulen M
59 Seconden S

Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

Flag of England Flag of Spain Flag of France Flag of Germany Flag of Italy
+ 79 Talen

Oefeningen met voorzetsels van richtingen voor de Welshe grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je voorzetsels van richting in het Welsh correct gebruikt. Richtingsvoorzetsels geven aan waar iemand naartoe gaat of beweegt. Let goed op de juiste vorm van het voorzetsel, omdat dit vaak invloed heeft op de klinker of medeklinker die volgt. Gebruik de hints om het juiste voorzetsel te kiezen en oefen zo je begrip van deze belangrijke grammaticale constructies.

A woman with dark hair studies at a desk in a library with a large wall clock while learning languages.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Voorzetsels van richting met plaatsen

1. Ik ga *i* de winkel. (Gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij een plaats)
2. Hij loopt *atu* het huis uit. (Gebruik het voorzetsel voor ‘weg van’ bij een plaats)
3. Wij rijden *atu* het dorp. (Gebruik het voorzetsel voor ‘weg van’ bij een plaats)
4. Zij gaat *i* de school toe. (Gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij een gebouw)
5. Jij fietst *i* het park. (Gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij een open plek)
6. De kinderen rennen *atu* de tuin. (Gebruik het voorzetsel voor ‘weg van’ bij een tuin)
7. Ik ga straks *i* de stad. (Gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij een stad)
8. Hij loopt *atu* de kerk. (Gebruik het voorzetsel voor ‘weg van’ bij een kerk)
9. Wij wandelen *i* het strand. (Gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij een strand)
10. Zij rijdt *atu* het station. (Gebruik het voorzetsel voor ‘weg van’ bij een station)

Oefening 2: Voorzetsels van richting met vervoermiddelen en personen

1. Ik stap *i* de bus. (Gebruik het voorzetsel voor ‘in’ bij vervoermiddelen)
2. Zij gaat *atu* de boot. (Gebruik het voorzetsel voor ‘uit’ bij vervoermiddelen)
3. Wij lopen *i* de kamer. (Gebruik het voorzetsel voor ‘in’ bij een ruimte)
4. Hij stapt *atu* de trein. (Gebruik het voorzetsel voor ‘uit’ bij vervoermiddelen)
5. Jij gaat *i* het vliegtuig. (Gebruik het voorzetsel voor ‘in’ bij vervoermiddelen)
6. Zij komt *atu* het vliegtuig. (Gebruik het voorzetsel voor ‘uit’ bij vervoermiddelen)
7. Ik loop *i* het kantoor. (Gebruik het voorzetsel voor ‘in’ bij een gebouw)
8. Hij stapt *atu* de lift. (Gebruik het voorzetsel voor ‘uit’ bij een ruimte)
9. Wij gaan *i* de auto. (Gebruik het voorzetsel voor ‘in’ bij vervoermiddelen)
10. Zij stapt *atu* de kamer. (Gebruik het voorzetsel voor ‘uit’ bij een ruimte)
learn languages with ai
Download talkpal app

Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

Learning section image (nl)
QR-code

Scannen met uw apparaat om te downloaden op iOS of Android

Learning section image (nl)

Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Talen

Leren


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot