1. Kitab masanın *üstündə*dir. (Hint: Waar ligt het boek? Bovenop de tafel.)
2. Uşaq evin *içində* oynayır. (Hint: Waar speelt het kind? Binnen in het huis.)
3. Qələm stulun *yanında*dir. (Hint: Waar ligt de pen? Naast de stoel.)
4. Telefon divarın *üstündə*dir. (Hint: Waar hangt de telefoon? Aan de muur, boven.)
5. Pişik qutunun *içində*dir. (Hint: Waar is de kat? In de doos.)
6. Gül vazonun *içində*dir. (Hint: Waar staat de bloem? Binnenin de vaas.)
7. Qapı otağın *qapısında*dir. (Hint: Waar bevindt zich de deur? Bij de kamerdeur.)
8. Ayaqqabı masanın *altında*dır. (Hint: Waar staan de schoenen? Onder de tafel.)
9. Uşaq bağçada *yaxın* oynayır. (Hint: Waar speelt het kind? Dichtbij de tuin.)
10. Kompüter stolun *üstündə*dir. (Hint: Waar staat de computer? Op het bureau.)

1. Kitab rəfin *arxasında* gizlənib. (Hint: Waar is het boek? Achter het rek.)
2. Uşaq kreslonun *qabağında* oturur. (Hint: Waar zit het kind? Voor de stoel.)
3. Telefon divarın *yanında* asılıb. (Hint: Waar hangt de telefoon? Naast de muur.)
4. Çanta stulun *üstündə*dir. (Hint: Waar ligt de tas? Op de stoel.)
5. Pişik qapının *yaxınlığında* dayanıb. (Hint: Waar staat de kat? In de buurt van de deur.)
6. Gül masa *ortasında* yerləşir. (Hint: Waar staat de bloem? In het midden van de tafel.)
7. Ayaqqabılar qapının *qabağında* qoyulub. (Hint: Waar staan de schoenen? Voor de deur.)
8. Kompüter stulun *yanında*dir. (Hint: Waar staat de computer? Naast de stoel.)
9. Kitab lampanın *altında* durur. (Hint: Waar ligt het boek? Onder de lamp.)
10. Uşaq yatağın *üzərində* yatır. (Hint: Waar slaapt het kind? Bovenop het bed.)