Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met voorzetsels van oorzaak en gevolg voor de Estische grammatica

In deze oefeningen leer je voorzetsels van oorzaak en gevolg in het Estisch gebruiken. Deze voorzetsels verbinden twee zinnen en geven aan waarom iets gebeurt (oorzaak) of wat het resultaat is (gevolg). Let goed op de hint bij elke zin om het juiste voorzetsel te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Voorzetsels van oorzaak

1. Taustasin seda, *sest* mul oli palju tööd. (Gebruik het voorzetsel dat een reden aangeeft.)
2. Ta jäi koju, *kuna* ta oli haige. (Gebruik het voorzetsel dat een oorzaak uitlegt.)
3. Me jäime hiljaks, *sest* buss oli purunenud. (Gebruik het voorzetsel dat een reden aangeeft.)
4. Ma ei tulnud, *sest* mul oli eksam. (Gebruik het voorzetsel dat een oorzaak aangeeft.)
5. Ta naeris, *kuna* lugu oli naljakas. (Gebruik het voorzetsel dat een reden aangeeft.)
6. Me lõpetasime varakult, *sest* ilm oli halb. (Gebruik het voorzetsel dat een oorzaak uitlegt.)
7. Ta ei söönud, *sest* ta oli juba täis. (Gebruik het voorzetsel dat een reden aangeeft.)
8. Nad jäid koju, *kuna* oli pühapäev. (Gebruik het voorzetsel dat een reden uitlegt.)
9. Ma õppisin palju, *sest* mul oli eksam. (Gebruik het voorzetsel dat een oorzaak aangeeft.)
10. Ta läks magama vara, *sest* ta oli väsinud. (Gebruik het voorzetsel dat een reden aangeeft.)

Oefening 2: Voorzetsels van gevolg

1. Ta oli haige, *seetõttu* jäi ta koju. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
2. Ilm oli halb, *seetõttu* lükkasime reisi edasi. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg uitlegt.)
3. Ta õppis palju, *seetõttu* sai ta hea hinde. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
4. Buss hilines, *seetõttu* jäime me hiljaks. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
5. Ta magas halvasti, *seetõttu* oli ta väsinud. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg uitlegt.)
6. Me sõime vähe, *seetõttu* olime näljased. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
7. Ta jäi tööle hilja, *seetõttu* oli ta väsinud. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
8. Ta jooksis kiiresti, *seetõttu* võitis ta võistluse. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
9. Ilm oli soe, *seetõttu* läksime ujuma. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
10. Ta töötas kõvasti, *seetõttu* sai ta palgatõusu. (Gebruik het voorzetsel dat een gevolg aangeeft.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot