Oefening 1: Voorwaardelijke zinnen met “kama” (als)
(Hint: Gebruik de toekomende tijd van het werkwoord “kusafiri” om een toekomstige handeling uit te drukken.)
2. Nitakula chakula ikiwa *nitakuwa* na njaa.
(Hint: Gebruik de tijdsvorm die een voorwaarde in de toekomst aangeeft, van “kuwa”.)
3. Kama unasoma sana, *utafaulu* mtihani.
(Hint: Werkwoord “kufaulu” in de toekomende tijd om een gevolg aan te geven.)
4. Tutakwenda baharini kama mvua *itanyesha*.
(Hint: Gebruik de toekomende tijd van “kunyesha” om een voorwaarde te beschrijven.)
5. Ikiwa atakuja, *tutaonana* kesho.
(Hint: Toekomende tijd van “kuona” om een geplande ontmoeting aan te geven.)
6. Kama unahitaji msaada, *niambie* sasa.
(Hint: Gebruik de gebiedende wijs van “kusema” om een verzoek aan te geven.)
7. Nitakusaidia ikiwa *utaniambia* ukweli.
(Hint: Gebruik de toekomende tijd van “kusema” in de voorwaardelijke bijzin.)
8. Ikiwa tutachelewa, *hatutacheza* mchezo.
(Hint: Toekomende tijd van “kucheza” om het effect van de voorwaarde te tonen.)
9. Kama unakwenda shule, *chukua* kitabu chako.
(Hint: Gebruik de gebiedende wijs van “kuchukua” om een instructie te geven.)
10. Nitapika chakula ikiwa *nitapata* samaki freshi.
(Hint: Toekomende tijd van “kupata” om de voorwaarde te beschrijven.)
Oefening 2: Voorwaardelijke zinnen met “ikiwa” en de juiste werkwoordsvormen
(Hint: Gebruik de gebiedende wijs van “kununua” voor een instructie in de hoofdzin.)
2. Utajifunza Kiswahili vizuri ikiwa *utafanya* mazoezi kila siku.
(Hint: Toekomende tijd van “kufanya” in de voorwaardelijke bijzin.)
3. Ikiwa atapata pesa, *atanunua* gari.
(Hint: Toekomende tijd van “kununua” om een toekomstige actie te beschrijven.)
4. Nitakusaidia ikiwa *utaniambia* shida yako.
(Hint: Toekomende tijd van “kusema” in de voorwaardelijke bijzin.)
5. Ikiwa mvua *itanyesha*, tutakaa nyumbani.
(Hint: Toekomende tijd van “kunyesha” om een voorwaarde te beschrijven.)
6. Kama utaamka mapema, *utaweza* kwenda mazoezini.
(Hint: Toekomende tijd van “kuweza” om een mogelijkheid uit te drukken.)
7. Ikiwa unahitaji msaada, *niambie* mara moja.
(Hint: Gebruik de gebiedende wijs van “kusema” voor een verzoek.)
8. Tutafurahi ikiwa *utakuja* kwenye sherehe.
(Hint: Toekomende tijd van “kuja” om een wens uit te drukken.)
9. Ikiwa utakosa darasa, *utapoteza* habari muhimu.
(Hint: Toekomende tijd van “kupoteza” om een gevolg te tonen.)
10. Kama tutakutana, *tutazungumza* kuhusu kazi.
(Hint: Toekomende tijd van “kuzungumza” om een toekomstige gebeurtenis te beschrijven.)