1. Ако *учиш* усърдно, ще успееш на изпита. (Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin)
2. Ако *вървиш* бързо, ще стигнеш навреме. (Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin)
3. Ако *имаш* пари, ще купиш нова книга. (Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin)
4. Ако *мълчиш*, никой няма да разбере. (Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin)
5. Ако *помогнеш* на приятел, той ще ти бъде благодарен. (Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin)
6. Ако *отидеш* в магазина, вземи хляб. (Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin)
7. Ако *работиш* усилено, ще получиш бонус. (Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin)
8. Ако *пиеш* много вода, ще се чувстваш по-добре. (Gebruik de tegenwoordige tijd в voorwaardelijke bijzin)
9. Ако *излезеш* рано, няма да закъснееш. (Gebruik de tegenwoordige tijd в voorwaardelijke bijzin)
10. Ако *спазваш* правилата, ще избегнеш проблеми. (Gebruik de tegenwoordige tijd в voorwaardelijke bijzin)

1. Ако *бях* богат, щях да пътувам по света. (Gebruik de verleden onvoltooide tijd в voorwaardelijke bijzin voor onrealistische situatie)
2. Ако *учеше* повече, щеше да минеш изпита. (Gebruik de verleden onvoltooide tijd в voorwaardelijke bijzin voor onrealistische situatie)
3. Ако *не беше* забравил ключовете, щеше да влезеш. (Gebruik de verleden tijd в отрицание в voorwaardelijke bijzin voor verleden situatie)
4. Ако *бяха* дошли по-рано, щяхме да се видим. (Gebruik de verleden onvoltooide tijd в voorwaardelijke bijzin)
5. Ако *не беше* паднал, щеше да спечели състезанието. (Gebruik de verleden tijd в отрицание в voorwaardelijke bijzin)
6. Ако *знаех* отговорите, щях да ти помогна. (Gebruik de verleden onvoltooide tijd в voorwaardelijke bijzin)
7. Ако *беше* по-внимателен, нямаше да направиш грешка. (Gebruik de verleden onvoltooende tijd в voorwaardelijke bijzin)
8. Ако *бяха* тренирали повече, щяха да спечелят. (Gebruik de verleden onvoltooende tijd в voorwaardelijke bijzin)
9. Ако *не беше* закъснял, щяхме да хванем автобуса. (Gebruik de verleden tijd в отрицание в voorwaardelijke bijzin)
10. Ако *бях* знаел, нямаше да го направя. (Gebruik de verleden onvoltooende tijd в voorwaardelijke bijzin)