Oefening 1: Verkorte zinnen met onderwerp weggelaten
2. 他吃饭了,你*吃*了吗?(Let op de vraagvorm na een bevestiging.)
3. 我们明天见,你*见*吗?(Gebruik het werkwoord voor ‘zien’ in de vraag.)
4. 她喜欢电影,你*喜欢*吗?(Gebruik het werkwoord voor ‘houden van’.)
5. 我喝茶,你*喝*吗?(Werkwoord voor ‘drinken’ in de vraag.)
6. 我学习汉语,你*学习*吗?(Werkwoord voor ‘studeren’ in de vraag.)
7. 他去学校,你*去*吗?(Werkwoord voor ‘gaan’ in de vraag.)
8. 我买书,你*买*吗?(Werkwoord voor ‘kopen’ in de vraag.)
9. 她看电视,你*看*吗?(Werkwoord voor ‘kijken’ in de vraag.)
10. 我写字,你*写*吗?(Werkwoord voor ‘schrijven’ in de vraag.)
Oefening 2: Verkorte zinnen met werkwoord weggelaten
2. 他喜欢音乐,我也*喜欢*。(Werkwoord voor ‘houden van’ herhalen.)
3. 我吃饭,你也*吃*。(Werkwoord voor ‘eten’ herhalen.)
4. 她看电影,我也*看*。(Werkwoord voor ‘kijken’ herhalen.)
5. 我学习中文,他也*学习*。(Werkwoord voor ‘studeren’ herhalen.)
6. 你喝茶,我也*喝*。(Werkwoord voor ‘drinken’ herhalen.)
7. 他买书,我也*买*。(Werkwoord voor ‘kopen’ herhalen.)
8. 我写字,她也*写*。(Werkwoord voor ‘schrijven’ herhalen.)
9. 你去学校,他也*去*。(Werkwoord voor ‘gaan’ herhalen.)
10. 我们见面,你也*见*。(Werkwoord voor ‘zien’ herhalen.)