Oefening 1: Vul de juiste uitroepende woorden in
2. अरे, तू इतका छान *आहेस*! (gebruik een uitroep om bewondering te tonen)
3. व्वा, तुझं चित्र इतकं *सुंदर* आहे! (gebruik een bijvoeglijk naamwoord om schoonheid te benadrukken)
4. अरे देवा, हे किती *आनंदी* क्षण आहे! (gebruik een woord voor blijheid)
5. किती जोरात वादळ *येते*! (gebruik een werkwoord in de tegenwoordige tijd)
6. हाय, मला तुझं हे काम *अतिशय* आवडलं! (gebruik een bijwoord om intensiteit aan te geven)
7. अरे, तुझं नाव *किती* सुंदर आहे! (gebruik een vraagwoord om verbazing te tonen)
8. वा! तुम्ही इतक्या *चांगल्या* कामगिरी केली! (gebruik een bijvoeglijk naamwoord om lof uit te drukken)
9. अरेरे, हे किती मोठं *अपघात* आहे! (gebruik een zelfstandig naamwoord dat een ongeluk beschrijft)
10. हॅलो! तुझं स्वागत *खूप* आहे! (gebruik een bijwoord dat hoeveelheid aangeeft)
Oefening 2: Zet de juiste uitroepende woorden in de zinnen
2. व्वा, हे फुल *किती* सुंदर आहे! (gebruik een vraagwoord voor verbazing)
3. हाय, मी तुझ्यावर *खूप* गर्व करतो! (gebruik een bijwoord voor intensiteit)
4. अरे देवा, तू इतका *दमदार* आहेस! (gebruik een bijvoeglijk naamwoord om kracht te benadrukken)
5. वा, हे जेवण *किती* स्वादिष्ट आहे! (gebruik een vraagwoord voor verbazing)
6. हॅलो! तुझं हे काम *अप्रतिम* आहे! (gebruik een bijvoeglijk naamwoord voor lof)
7. अरे, किती मोठा *आनंद* आहे! (gebruik een zelfstandig naamwoord voor vreugde)
8. व्वा, तू इतका *चांगला* खेळाडू आहेस! (gebruik een bijvoeglijk naamwoord voor compliment)
9. अरेरे, हे किती *धमाकेदार* आहे! (gebruik een bijvoeglijk naamwoord voor opwinding)
10. हाय, मला तुझं हे *काम* खूप आवडलं! (gebruik een zelfstandig naamwoord)