Oefening 1: Basisuitroepen met uitroepende zinnen
2. Құдай-ау, бұл қалай *мүмкін*! (Hint: Gebruik het woord voor “mogelijk” om verbazing uit te drukken)
3. Қаншалықты *әдемі*! (Hint: Gebruik het woord dat “mooi” betekent)
4. Қызық, сен мұнда *келдің*! (Hint: Gebruik de verleden tijd van “komen”)
5. Қалайша бұл *жылдам*! (Hint: Gebruik het woord dat “snel” betekent)
6. Туған күніңмен, сенің мерекең *басталды*! (Hint: Gebruik de verleden tijd van “beginnen”)
7. Қандай үлкен *үй*! (Hint: Gebruik het woord dat “huis” betekent)
8. Айтқаның қандай *дұрыс*! (Hint: Gebruik het woord dat “juist” betekent)
9. Қуанышқа толы күн *бүгін*! (Hint: Gebruik het woord dat “vandaag” betekent)
10. Тәттілер қандай *дәмді*! (Hint: Gebruik het woord dat “lekker” betekent)
Oefening 2: Uitroepende zinnen met emoties en reacties
2. Қалайша сен мұны *естімедің*! (Hint: Gebruik de verleden tijd van “horen” met ontkenning)
3. Жолдасым, сенің табысың *құттықтаймын*! (Hint: Gebruik het werkwoord “feliciteren”)
4. Апыр-ай, бұл қандай *қиын*! (Hint: Gebruik het woord dat “moeilijk” betekent)
5. Жарайсың, сен бұл жұмысты *бітірдің*! (Hint: Gebruik de verleden tijd van “afmaken”)
6. Құттықтаймын, сенің жетістігің *үлкен*! (Hint: Gebruik het woord dat “groot” betekent)
7. Көзіме сенбеймін, бұл қандай *жақсы*! (Hint: Gebruik het woord dat “goed” betekent)
8. Алаңдама, бәрі *жақсы*! (Hint: Gebruik het woord dat “goed” betekent)
9. Қуаншыма, бұл жаңалық *жақсы*! (Hint: Gebruik het woord dat “goed” betekent)
10. Қандай әдемі ән *айтасың*! (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van “zingen”)