1. ನಿಮ್ಮ ಮನೆಯು *ಎಷ್ಟು* ದೊಡ್ಡದು! (Hint: Gebruik een woord dat ‘hoeveel’ of ‘hoe’ betekent om verbazing uit te drukken)
2. ಅಯ್ಯೋ, ನಾನು *ಮರೆತುಹೋದೆನು*! (Hint: Gebruik het werkwoord ‘vergeten’ in verleden tijd om spijt te tonen)
3. ಎಷ್ಟು *ಸುಂದರ* ಈ ಹೂವು! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘mooi’ betekent)
4. ವಾವ್! ನೀವು *ಬೇಗ* ಬರುವಿರಿ! (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘snel’ betekent)
5. ಹಾಯ್! ನಾನು *ಅಚ್ಚರಿಯಾಗಿದ್ದೇನೆ*! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘verrast’ betekent)
6. ಅಯ್ಯೋ! ಇದು *ಅತ್ಯುತ್ತಮ* ಫಿಲ್ಮ್! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘uitstekend’ betekent)
7. ಎಂಥ *ತೀವ್ರ* ಗಾಳಿ ಇದೆ! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘sterk’ of ‘heftig’ betekent)
8. ವಾವ್! ನೀವು *ಶ್ರೇಷ್ಠ* ಕೆಲಸ ಮಾಡಿದ್ದೀರಿ! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘uitstekend’ betekent)
9. ಎಷ್ಟು *ತಾಜಾ* ಈ ಹಣ್ಣುಗಳು! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘vers’ betekent)
10. ಅಯ್ಯೋ! ನಾನು *ಸಂತೋಷ* ಆಗಿದ್ದೇನೆ! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘blij’ betekent)

1. ಏನು! ನೀವು *ಇಲ್ಲಿ* ಇದ್ದೀರಾ? (Hint: Gebruik een woord dat ‘hier’ betekent om verbazing te tonen)
2. ಅಯ್ಯೋ! ಅವನು *ಇಷ್ಟೊಂದು* ದೊಡ್ಡವನಾಗಿದ್ದಾನೆ! (Hint: Gebruik een woord dat ‘zo veel’ betekent)
3. ವಾವ್! ಇದು *ಅತ್ಯಂತ* ರುಚಿಯಾದ ಆಹಾರ! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘uiterst’ betekent)
4. ಎಷ್ಟು *ಅಪರೂಪ* ಘಟನೆ! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘zeldzaam’ betekent)
5. ಅಯ್ಯೋ! ನೀನು *ಬೇಗ* ಬರುವುದಿಲ್ಲವೆ? (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘snel’ betekent)
6. ವಾಹ್! ಅದು *ಅಚ್ಚರಿಯ* ಸುದ್ದಿ! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘verrassend’ betekent)
7. ಏನು! ಅವರು *ಇಷ್ಟೊಂದು* ಶ್ರೇಷ್ಠರಾಗಿದ್ದಾರೆ! (Hint: Gebruik een woord dat ‘zo veel’ betekent)
8. ಎಷ್ಟು *ಅದ್ಭುತ* ನೋಟ! (Hint: Gebruik een bijvoeglijk naamwoord dat ‘wonderbaarlijk’ betekent)
9. ಅಯ್ಯೋ! ನಾನು *ಮರೆತುಹೋಗಿದ್ದೇನೆ*! (Hint: Gebruik het werkwoord ‘vergeten’ in verleden tijd)
10. ವಾವ್! ನೀವು *ಸೂಪರ್* ಕೆಲಸ ಮಾಡಿದ್ದೀರಿ! (Hint: Gebruik een Engels leenwoord dat ‘geweldig’ betekent)