Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met transitieve werkwoorden voor Swahili-grammatica

In deze oefeningen oefenen we met transitieve werkwoorden in het Swahili. Transitieve werkwoorden zijn werkwoorden die een lijdend voorwerp nodig hebben om de zin compleet te maken. Let goed op de hints om het juiste transitieve werkwoord in de juiste vorm te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Transitieve werkwoorden in de tegenwoordige tijd

1. Mimi *nakula* chakula kila siku. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “eten” in de tegenwoordige tijd.)
2. Wewe *unapenda* kitabu hiki. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “houden van” of “leuk vinden” in de tegenwoordige tijd.)
3. Yeye *anasoma* gazeti kila asubuhi. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “lezen” in de tegenwoordige tijd.)
4. Sisi *tunapenda* filamu nzuri. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “houden van” in de tegenwoordige tijd, meervoud.)
5. Wao *wananunua* matunda sokoni. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “kopen” in de tegenwoordige tijd, meervoud.)
6. Baba *anapika* chakula cha jioni. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “koken” in de tegenwoordige tijd.)
7. Mama *anafundisha* watoto darasani. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “onderwijzen” in de tegenwoordige tijd.)
8. Mwalimu *anasimamia* mtihani. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “toezicht houden op” in de tegenwoordige tijd.)
9. Watoto *wanacheza* mpira uwanjani. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “spelen” in de tegenwoordige tijd, meervoud.)
10. Mwanafunzi *anaandika* barua kwa mwalimu. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “schrijven” in de tegenwoordige tijd.)

Oefening 2: Transitieve werkwoorden in de verleden tijd

1. Mimi *nilikula* chakula jana. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “eten” in de verleden tijd.)
2. Wewe *ulipenda* filamu hiyo. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “houden van” in de verleden tijd.)
3. Yeye *alisoma* kitabu cha kihistoria. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “lezen” in de verleden tijd.)
4. Sisi *tulipika* chakula pamoja. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “koken” in de verleden tijd, meervoud.)
5. Wao *walianunua* mavazi mapya. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “kopen” in de verleden tijd, meervoud.)
6. Baba *alifundisha* somo la hesabu. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “onderwijzen” in de verleden tijd.)
7. Mama *alisimamia* kazi za nyumbani. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “toezicht houden op” in de verleden tijd.)
8. Mwalimu *aliandika* barua kwa wazazi. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “schrijven” in de verleden tijd.)
9. Watoto *walicheza* mpira jana mchana. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “spelen” in de verleden tijd, meervoud.)
10. Mwanafunzi *alijibu* maswali yote vizuri. (Gebruik het transitieve werkwoord voor “antwoorden” in de verleden tijd.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot