1. Ako ay pumunta sa parke *noong* nakaraang linggo. (Hint: ‘noong’ wordt gebruikt om een specifieke tijd in het verleden aan te geven.)
2. Siya ay nag-aral *noong* gabi. (Hint: Gebruik ‘noong’ om te spreken over iets dat in het verleden gebeurde.)
3. Nagtrabaho kami sa opisina *noong* lunes. (Hint: ‘noong’ geeft een exacte dag in het verleden aan.)
4. Kumain sila ng hapunan *noong* alas-sais ng gabi. (Hint: ‘noong’ wordt gebruikt voor een specifiek tijdstip in het verleden.)
5. Naglaro ang mga bata sa labas *noong* umaga. (Hint: ‘noong’ wijst op een tijd in het verleden.)
6. Natapos ko ang proyekto *noong* nakaraang buwan. (Hint: Gebruik ‘noong’ om aan te geven wanneer iets is afgerond.)
7. Bumili siya ng bagong sapatos *noong* nakaraang taon. (Hint: ‘noong’ geeft een moment in het verleden aan.)
8. Nanonood kami ng pelikula *noong* hapon. (Hint: Gebruik ‘noong’ om te spreken over een tijdstip in het verleden.)
9. Nagbakasyon sila sa beach *noong* tag-init. (Hint: ‘noong’ wordt gebruikt om een seizoen in het verleden aan te duiden.)
10. Nag-aral siya ng Tagalog *noong* kolehiyo. (Hint: ‘noong’ duidt op een periode in het verleden.)

1. Pupunta kami sa palengke *sa* umaga. (Hint: ‘sa’ wordt gebruikt om een toekomstige tijd of moment aan te geven.)
2. Mag-aaral siya *sa* susunod na linggo. (Hint: Gebruik ‘sa’ voor een tijd die nog komt.)
3. Magluluto ako ng hapunan *sa* gabi. (Hint: ‘sa’ duidt hier een toekomstige tijd aan.)
4. Magpapahinga kami *pagkatapos ng* trabaho. (Hint: ‘pagkatapos ng’ betekent ‘na’ iets te hebben gedaan.)
5. Tatawagan kita *pagkatapos ng* klase. (Hint: Gebruik ‘pagkatapos ng’ om volgorde aan te geven.)
6. Magsisimula ang meeting *sa* alas-diyes ng umaga. (Hint: ‘sa’ wordt gebruikt voor het aangeven van een specifiek moment.)
7. Maglilinis sila *pagkatapos ng* pagkain. (Hint: ‘pagkatapos ng’ geeft aan wat er na een gebeurtenis gebeurt.)
8. Magbabakasyon kami *sa* darating na buwan. (Hint: ‘sa’ gebruikt men voor toekomstige tijdsaanduiding.)
9. Mag-eehersisyo ako *sa* tanghali. (Hint: ‘sa’ wijst hier op een tijdstip in de toekomst.)
10. Mag-aaral kami ng Tagalog *pagkatapos ng* klase. (Hint: ‘pagkatapos ng’ geeft een actie na een andere aan.)