1. Ram दौडमा सबैभन्दा *छिटो* दौड्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het snelst’ bij rennen.)
2. उनी कक्षा मा सबैभन्दा *धेरै* पढ्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij studeren.)
3. यो गीत सबैभन्दा *मनपर्छ*। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij houden van iets.)
4. हामी सबैभन्दा *अलि* पहिले आइपुग्यौं। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het vroegst’ bij aankomen.)
5. त्यो बच्चा सबैभन्दा *धेरै* हाँस्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij lachen.)
6. उनी सबैभन्दा *कम* बोल्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het minst’ bij praten.)
7. यो समस्या सबैभन्दा *गम्भीर* छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het ernstigst’ bij problemen.)
8. हामी सबैभन्दा *छिटो* काम गर्छौं। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het snelst’ bij werken.)
9. त्यो मान्छे सबैभन्दा *धेरै* बोल्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij spreken.)
10. मेरो कुकुर सबैभन्दा *बिस्तारै* हिँड्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het langzaamst’ bij lopen.)

1. यो किताब सबैभन्दा *राम्रो* छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het beste’ bij een boek.)
2. उनी सबैभन्दा *धेरै* गीत गाउछन्। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij zingen.)
3. हामीले सबैभन्दा *छिटो* बाटो छानेका छौं। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het snelst’ bij een route kiezen.)
4. त्यो खेलाडी सबैभन्दा *कडा* मेहनत गर्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het hardst’ bij werken.)
5. मेरो साथी सबैभन्दा *धेरै* खेल्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij spelen.)
6. सबैभन्दा *अलि* पहिले उनी घर फर्किए। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het vroegst’ bij terugkomen.)
7. त्यो कार सबैभन्दा *धेरै* चल्छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij rijden.)
8. हामी सबैभन्दा *कम* पैसा खर्च गर्छौं। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het minst’ bij uitgeven.)
9. यो फूल सबैभन्दा *सुन्दर* छ। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het mooist’ bij bloemen.)
10. उसले सबैभन्दा *धेरै* काम सम्पन्न गर्यो। (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘het meest’ bij voltooien.)