Oefening 1: Tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden
2. Mēs *runājam* latviski mājās. (Hint: Tegenwoordige tijd, eerste persoon meervoud van “runāt” – spreken)
3. Tu *māci* angļu valodu skolā. (Hint: Tegenwoordige tijd, tweede persoon enkelvoud van “mācīt” – leren)
4. Viņi *dzied* dziesmas koncertā. (Hint: Tegenwoordige tijd, derde persoon meervoud van “dziedāt” – zingen)
5. Viņa *skata* filmu vakarā. (Hint: Tegenwoordige tijd, derde persoon enkelvoud van “skatīties” – kijken)
6. Jūs *dzīvojat* Rīgā. (Hint: Tegenwoordige tijd, tweede persoon meervoud van “dzīvot” – wonen)
7. Es *spēlēju* futbolu parkā. (Hint: Tegenwoordige tijd, eerste persoon enkelvoud van “spēlēt” – spelen)
8. Tu *pērk* grāmatu veikalā. (Hint: Tegenwoordige tijd, tweede persoon enkelvoud van “pirkt” – kopen)
9. Viņas *strādā* kopā birojā. (Hint: Tegenwoordige tijd, derde persoon meervoud van “strādāt” – werken)
10. Mēs *ceļojam* vasarā uz jūru. (Hint: Tegenwoordige tijd, eerste persoon meervoud van “ceļot” – reizen)
Oefening 2: Verleden tijd van regelmatige werkwoorden
2. Tu pagājušajā nedēļā *runāji* latviski bieži. (Hint: Verleden tijd tweede persoon enkelvoud van “runāt” – spreken)
3. Viņa vakar *mācīja* matemātiku skolā. (Hint: Verleden tijd derde persoon enkelvoud van “mācīt” – leren)
4. Mēs pagājušajā vasarā *dziedājām* kopā. (Hint: Verleden tijd eerste persoon meervoud van “dziedāt” – zingen)
5. Jūs vakar *skatījāt* filmu kopā. (Hint: Verleden tijd tweede persoon meervoud van “skatīties” – kijken)
6. Viņi pagājušajā gadā *dzīvoja* laukos. (Hint: Verleden tijd derde persoon meervoud van “dzīvot” – wonen)
7. Es vakar *spēlēju* tenisu ar draugiem. (Hint: Verleden tijd eerste persoon enkelvoud van “spēlēt” – spelen)
8. Tu iepriekšējā mēnesī *pērki* jaunu telefonu. (Hint: Verleden tijd tweede persoon enkelvoud van “pirkt” – kopen)
9. Viņas vakardien *strādāja* ilgi. (Hint: Verleden tijd derde persoon meervoud van “strādāt” – werken)
10. Mēs pagājušajā nedēļā *ceļojām* uz jūru. (Hint: Verleden tijd eerste persoon meervoud van “ceļot” – reizen)