Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met reflexieve werkwoorden voor de Zweedse grammatica

In deze oefeningen werken we met reflexieve werkwoorden in de Zweedse grammatica. Reflexieve werkwoorden zijn werkwoorden waarbij het onderwerp en het lijdend voorwerp hetzelfde zijn, en ze worden vaak gecombineerd met reflexieve voornaamwoorden zoals “mig”, “dig”, “sig”, etc. Het is belangrijk om te weten hoe je deze werkwoorden correct gebruikt om je Zweedse zinnen natuurlijk en grammaticaal correct te maken.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Reflexieve werkwoorden in de tegenwoordige tijd

1. Jag *tvättar mig* varje morgon. (Hint: “tvätta sig” betekent “zich wassen”, gebruik het reflexief pronomen voor “jag”)
2. Du *klär dig* snabbt. (Hint: “klä sig” betekent “zich aankleden”, gebruik het reflexief pronomen voor “du”)
3. Han *borstar sig* efter middagen. (Hint: “borsta sig” betekent “zich poetsen”, gebruik het reflexief pronomen voor “han”)
4. Vi *förbereder oss* för provet. (Hint: “förbereda sig” betekent “zich voorbereiden”, gebruik het reflexief pronomen voor “vi”)
5. Ni *lugnar er* när ni är stressade. (Hint: “lugna sig” betekent “rustig worden”, gebruik het reflexief pronomen voor “ni”)
6. De *kammar sig* innan de går ut. (Hint: “kamma sig” betekent “zich kammen”, gebruik het reflexief pronomen voor “de”)
7. Hon *sminkar sig* på morgonen. (Hint: “sminka sig” betekent “zich opmaken”, gebruik het reflexief pronomen voor “hon”)
8. Jag *skriver mig* i registret. (Hint: “skriva sig” betekent “zich inschrijven”, gebruik het reflexief pronomen voor “jag”)
9. Du *vilar dig* efter jobbet. (Hint: “vila sig” betekent “uitrusten”, gebruik het reflexief pronomen voor “du”)
10. Vi *känner oss* trötta idag. (Hint: “känna sig” betekent “zich voelen”, gebruik het reflexief pronomen voor “vi”)

Oefening 2: Reflexieve werkwoorden in de verleden tijd

1. Jag *tvättade mig* innan frukosten. (Hint: verleden tijd van “tvätta sig” met “jag”)
2. Du *klädde dig* snabbt igår. (Hint: verleden tijd van “klä sig” met “du”)
3. Han *borstade sig* efter middagen. (Hint: verleden tijd van “borsta sig” met “han”)
4. Vi *förberedde oss* noggrant. (Hint: verleden tijd van “förbereda sig” met “vi”)
5. Ni *lugnade er* efter mötet. (Hint: verleden tijd van “lugna sig” met “ni”)
6. De *kammade sig* innan festen. (Hint: verleden tijd van “kamma sig” met “de”)
7. Hon *sminkade sig* snabbt. (Hint: verleden tijd van “sminka sig” met “hon”)
8. Jag *skrev mig* i registret igår. (Hint: verleden tijd van “skriva sig” met “jag”)
9. Du *vilade dig* efter träningen. (Hint: verleden tijd van “vila sig” met “du”)
10. Vi *kände oss* glada efter nyheterna. (Hint: verleden tijd van “känna sig” met “vi”)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot