Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met reflexieve werkwoorden voor de Poolse grammatica

Deze oefeningen helpen je bij het oefenen van reflexieve werkwoorden in het Pools. Reflexieve werkwoorden worden gebruikt wanneer het onderwerp van de zin de handeling op zichzelf uitvoert. Let goed op de juiste vorm van het reflexieve werkwoord in de context van de zin.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Reflexieve werkwoorden in de tegenwoordige tijd

1. Ik *myję się* elke ochtend. (Hint: “myć się” betekent zich wassen.)
2. Jij *czeszesz się* voor school. (Hint: “czesać się” betekent zich kammen.)
3. Hij *ubiera się* snel. (Hint: “ubierać się” betekent zich aankleden.)
4. Wij *spotykamy się* in het park. (Hint: “spotykać się” betekent elkaar ontmoeten.)
5. Jullie *relaksujecie się* na weekend. (Hint: “relaksować się” betekent zich ontspannen.)
6. Zij *uczą się* dagelijks Pools. (Hint: “uczyć się” betekent leren.)
7. Ik *czuję się* dobrze vandaag. (Hint: “czuć się” betekent zich voelen.)
8. Jij *bawisz się* z dziećmi. (Hint: “bawić się” betekent spelen.)
9. Ona *maluje się* przed wyjściem. (Hint: “malować się” betekent zich opmaken.)
10. My *spotykamy się* zawsze w sobotę. (Hint: “spotykać się” betekent elkaar ontmoeten.)

Oefening 2: Reflexieve werkwoorden in de verleden tijd

1. Ik *umyłem się* gisteren. (Hint: “umyć się” betekent zich wassen, verleden tijd mannelijke vorm.)
2. Jij *uczesałaś się* przed wyjściem. (Hint: “uczesać się” betekent zich kammen, verleden tijd vrouwelijke vorm.)
3. Hij *ubrał się* bardzo szybko. (Hint: “ubrać się” betekent zich aankleden, verleden tijd man.)
4. Wij *spotkaliśmy się* wczoraj. (Hint: “spotkać się” betekent elkaar ontmoeten, verleden tijd mannelijke vorm.)
5. Jullie *zrelaksowaliście się* po pracy. (Hint: “zrelaksować się” betekent zich ontspannen, verleden tijd mannelijke vorm meervoud.)
6. Zij *uczyły się* długo. (Hint: “uczyć się” betekent leren, verleden tijd vrouwelijke vorm meervoud.)
7. Ja *czułem się* zmęczony. (Hint: “czuć się” betekent zich voelen, verleden tijd mannelijke vorm.)
8. Ty *bawiłeś się* świetnie. (Hint: “bawić się” betekent spelen, verleden tijd mannelijke vorm.)
9. Ona *pomalowała się* przed imprezą. (Hint: “pomalować się” betekent zich opmaken, verleden tijd vrouw.)
10. My *spotkałyśmy się* rano. (Hint: “spotkać się” betekent elkaar ontmoeten, verleden tijd vrouwelijke vorm meervoud.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot