Oefening 1: Reflexieve werkwoorden in de tegenwoordige tijd
2. Meie *riietume* kiiresti, want we moeten op tijd zijn. (Hint: werkwoord ‘riietuma’ betekent ‘aankleden’, reflexief in tegenwoordige tijd)
3. Ta *puhastab* end peegli ees. (Hint: werkwoord ‘puhastama’ betekent ‘schoonmaken’, reflexief in tegenwoordige tijd)
4. Lapsed *mängivad* endale rõõmu. (Hint: werkwoord ‘mängima’ betekent ‘spelen’, reflexief gebruikt om plezier te hebben)
5. Sa *harjud* hommikuti vara ärkama. (Hint: werkwoord ‘harjuma’ betekent ‘gewend raken’, reflexief in tegenwoordige tijd)
6. Mees *ajab* end habet. (Hint: werkwoord ‘ajama’ betekent ‘scheren’, reflexief in tegenwoordige tijd)
7. Nad *treenivad* end spordisaalis. (Hint: werkwoord ’treenima’ betekent ’trainen’, reflexief in tegenwoordige tijd)
8. Sa *naerad* endale nalja. (Hint: werkwoord ‘naerma’ betekent ‘lachen’, reflexief in tegenwoordige tijd)
9. Õpetaja *kannab* end viisakalt klassis. (Hint: werkwoord ‘kandma’ betekent ‘dragen’ of ‘zich gedragen’, reflexief hier als zich gedragen)
10. Me *tutvume* uute inimestega. (Hint: werkwoord ’tutvuma’ betekent ‘kennismaken’, reflexief in tegenwoordige tijd)
Oefening 2: Reflexieve werkwoorden in de verleden tijd
2. Sa *riietusid* kiiresti külma ilmaga. (Hint: werkwoord ‘riietuma’ in verleden tijd, reflexief)
3. Ta *puhastas* end pärast trenni. (Hint: werkwoord ‘puhastama’ in verleden tijd, reflexief)
4. Me *mängisime* end ära väsinuks. (Hint: werkwoord ‘mängima’ in verleden tijd, reflexief)
5. Nad *harjusid* uue kooliga kiiresti. (Hint: werkwoord ‘harjuma’ in verleden tijd, reflexief)
6. Õde *ajastas* end õigel ajal tööle. (Hint: werkwoord ‘ajama’ in verleden tijd, reflexief, hier scheren)
7. Mees *treenis* end terveks maratoniks. (Hint: werkwoord ’treenima’ in verleden tijd, reflexief)
8. Sa *naersid* end pisarates. (Hint: werkwoord ‘naerma’ in verleden tijd, reflexief)
9. Õpetaja *kandas* end alati viisakalt. (Hint: werkwoord ‘kandma’ in verleden tijd, reflexief als zich gedragen)
10. Nad *tutvusid* uute kolleegidega eile. (Hint: werkwoord ’tutvuma’ in verleden tijd, reflexief)