Oefening 1: Basis reflexieve voornaamwoorden
2. Sita ले *आफ्नै* किताब पढिन्। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord dat ‘haar eigen’ benadrukt.)
3. हामीले *आफ्ना* कामहरू सकेका छौं। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘onze’ in meervoud.)
4. तिमीले *आफ्नो* जुत्ता लगायौ। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘jouw’ bij een enkelvoudig object.)
5. उनीहरूले *आफ्नो* घर सफा गरे। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘hun’ enkelvoud.)
6. म मेरो कपाल *आफ्नै* बनाउँछु। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord dat ‘mijn eigen’ benadrukt.)
7. तपाईंले *आफ्नो* मोबाइल खोज्नुभयो। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor beleefde vorm ‘uw’.)
8. उनी आफ्नो काम *आफ्नै* तरिकाले गर्छिन्। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord dat ‘haar eigen’ benadrukt.)
9. हामीले आफ्नो घरलाई *आफ्नै* तरिकाले सजायौं। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘onze’ in bezittelijke vorm.)
10. तिमीले आफ्नो पुस्तक *आफ्नो* ठाउँमा राख्नुपर्छ। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘jouw’ in bezittelijke vorm.)
Oefening 2: Reflexieve voornaamwoorden in zinnen
2. रामले *आफ्नो* काम आफैं गर्यो। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘zijn eigen’.)
3. उनीहरूले पार्टीमा *आफ्नै* खाना ल्याए। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘hun’ meervoud.)
4. तिमीले आफ्नो समस्या *आफैं* समाधान गर्नुपर्छ। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord dat ‘zelf’ betekent.)
5. हामीले हाम्रो योजना *आफ्नै* अनुसार बनायौं। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘onze’ bezittelijk.)
6. तपाईंले आफ्नो निर्णय *आफैं* लिनुहोस्। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor beleefde vorm ‘zelf’.)
7. उनी आफ्नो कपडा *आफ्नै* हातले धोइन्। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord dat ‘haar eigen’ betekent.)
8. म मेरो भविष्यको बारेमा *आफैं* सोच्दछु। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord dat ‘zelf’ betekent.)
9. तिमीले आफ्नो स्वास्थ्यको ख्याल *आफैं* राख्नुपर्छ। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord dat ‘zelf’ betekent.)
10. हामीले हाम्रो घरलाई *आफ्नै* तरिकाले बनायौं। (Hint: Gebruik het reflexieve voornaamwoord voor ‘onze’ bezittelijke vorm.)