1. Dit is de *birinshi* dag van de week. (Hint: Het Kazachse woord voor ‘eerste’ is birinshi.)
2. Zij woont op de *ekinshi* verdieping van het gebouw. (Hint: ‘Tweede’ in het Kazachs is ekinshi.)
3. Mijn broer is de *ushinshi* in onze familie. (Hint: Het rangtelwoord voor ‘derde’ is ushinshi.)
4. We vieren zijn *tortinshi* verjaardag vandaag. (Hint: ‘Vierde’ is tortinshi in het Kazachs.)
5. Dit is de *beshinshi* keer dat ik hier ben. (Hint: ‘Vijfde’ wordt vertaald als beshinshi.)
6. Zij nam de *alttynshy* plaats in de rij. (Hint: ‘Zesde’ is alttynshy in het Kazachs.)
7. Hij behaalde de *jetinshi* positie in de wedstrijd. (Hint: Kazachs voor ‘zevende’ is jetinshi.)
8. Dit is het *segizinshi* hoofdstuk van het boek. (Hint: ‘Achtste’ is segizinshi.)
9. We vieren het *togizinshi* jubileum van de school. (Hint: ‘Negende’ is togizinshi.)
10. Zij kreeg de *onynshy* prijs op het festival. (Hint: ‘Tiende’ in het Kazachs is onynshy.)

1. De *birinshi* student in de klas gaf een presentatie. (Hint: Gebruik het Kazachse rangtelwoord voor ‘eerste’.)
2. Dit is de *ekinshi* keer dat hij naar Kazachstan reist. (Hint: ‘Tweede’ in het Kazachs is ekinshi.)
3. Mijn zus is de *ushinshi* in rang bij het bedrijf. (Hint: Het rangtelwoord voor ‘derde’ is ushinshi.)
4. We gingen op vakantie in de *tortinshi* maand van het jaar. (Hint: ‘Vierde’ is tortinshi.)
5. Zij won de *beshinshi* prijs bij de wedstrijd. (Hint: ‘Vijfde’ wordt beshinshi genoemd.)
6. Hij kwam als *alttynshy* over de finish. (Hint: ‘Zesde’ is alttynshy in het Kazachs.)
7. De *jetinshi* les begon om negen uur. (Hint: Kazachs voor ‘zevende’ is jetinshi.)
8. Zij las het *segizinshi* hoofdstuk gisteren. (Hint: ‘Achtste’ is segizinshi.)
9. Het evenement was op de *togizinshi* dag van de maand. (Hint: ‘Negende’ is togizinshi.)
10. Hij behaalde de *onynshy* plaats bij de competitie. (Hint: ‘Tiende’ in het Kazachs is onynshy.)