Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met persoonlijke voornaamwoorden voor de Nederlandse grammatica

In deze oefeningen leer je persoonlijke voornaamwoorden correct te gebruiken in verschillende zinnen. Persoonlijke voornaamwoorden zijn woorden zoals ik, jij, hij, zij, wij, jullie en zij. Ze vervangen een zelfstandig naamwoord en maken zinnen korter en duidelijker. Probeer steeds het juiste voornaamwoord te kiezen dat past bij het onderwerp of lijdend voorwerp in de zin.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp

1. *Ik* ga morgen naar school. (gebruik het juiste onderwerp voor jezelf)
2. *Jij* leest een interessant boek. (gebruik het juiste onderwerp als je tegen iemand praat)
3. *Hij* speelt graag voetbal in het park. (gebruik het juiste onderwerp voor een man)
4. *Zij* werkt hard aan haar project. (gebruik het juiste onderwerp voor een vrouw)
5. *Wij* wonen in een groot huis. (gebruik het juiste onderwerp voor jezelf en anderen)
6. *Jullie* maken mooie tekeningen. (gebruik het juiste onderwerp voor meerdere mensen die je aanspreekt)
7. *Zij* studeren elke dag voor het examen. (gebruik het juiste onderwerp voor meerdere personen)
8. *Hij* vindt het leuk om te schilderen. (gebruik het juiste onderwerp voor een jongen)
9. *Ik* ben vandaag erg moe. (gebruik het juiste onderwerp voor jezelf)
10. *Zij* praten over hun vakantieplannen. (gebruik het juiste onderwerp voor een groep vrouwen)

Oefening 2: Persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp

1. De leraar helpt *mij* met de opdracht. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor jezelf)
2. Ik zie *jou* in het park. (gebruik het juiste lijdend voorwerp als je iemand aanspreekt)
3. Zij bedankt *hem* voor het cadeau. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor een man)
4. Wij horen *haar* zingen in de gang. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor een vrouw)
5. De kinderen volgen *ons* naar de speeltuin. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor jezelf en anderen)
6. De docent roept *jullie* naar voren. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor meerdere mensen)
7. Ik help *hen* met het huiswerk. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor meerdere personen)
8. De moeder kust *hem* op zijn wang. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor een jongen)
9. De vrienden bezoeken *mij* vaak in het weekend. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor jezelf)
10. De leraar ziet *haar* in de klas zitten. (gebruik het juiste lijdend voorwerp voor een vrouw)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot