Oefening 1: Basisontkenningen in de tegenwoordige tijd
2. Ти *не зборуваш* македонски добро. (Ontken de werkwoordsvorm “зборуваш” in de tegenwoordige tijd)
3. Тој *не јаде* леб сега. (Maak de zin ontkennend van “јаде” in de tegenwoordige tijd)
4. Ние *не гледаме* телевизија вечерва. (Gebruik de ontkenning van “гледаме” in de tegenwoordige tijd)
5. Вие *не читате* книги редовно. (Ontken de werkwoordsvorm “читате” in de tegenwoordige tijd)
6. Тие *не играат* фудбал во паркот. (Maak de zin ontkennend van “играат” in de tegenwoordје време)
7. Јас *не пијам* кафе наутро. (Gebruik de ontkenning van “пијам” in de tegenwoordige tijd)
8. Ти *не спиеш* доволно. (Ontken de werkwoordsvorm “спиеш” in de tegenwoordige tijd)
9. Тој *не работи* во канцеларија. (Maak de zin ontkennend van “работи” in de tegenwoordige tijd)
10. Ние *не учиме* грчки јазик. (Gebruik de ontkenning van “учиме” in de tegenwoordје време)
Oefening 2: Ontkennende zinnen in de verleden tijd
2. Ти *не напиша* писмо вчера. (Ontken de werkwoordsvorm “написа” in de verleden tijd)
3. Тој *не јадеше* вечера синоќа. (Maak de zin ontkennend van “јадеше” in de verleden tijd)
4. Ние *не гледавме* филм вчера. (Gebruik de ontkenning van “гледавме” in de verleden tijd)
5. Вие *не читавте* весник утринава. (Ontken de werkwoordsvorm “читавте” in de verleden tijd)
6. Тие *не играа* кошарка минатата недела. (Maak de zin ontkennend van “играа” in de verleden tijd)
7. Јас *не пиев* вода претпладне. (Gebruik de ontkenning van “пиев” in de verleden tijd)
8. Ти *не спиеше* добро ноќта. (Ontken de werkwoordsvorm “спиеше” in de verleden tijd)
9. Тој *не работеше* во компанијата минатата година. (Maak de zin ontkennend van “работеше” in de verleden tijd)
10. Ние *не учевме* за тестот вчера. (Gebruik de ontkenning van “учевме” in de verleden tijd)