Oefening 1: Ontkennende zinnen met ‘ne’ en werkwoorden
2. Ona *ne* govori angleško. (Gebruik ‘ne’ om te zeggen dat zij geen Engels spreekt.)
3. Mi *ne* razumemo nalogo. (Gebruik ‘ne’ om aan te geven dat wij de opdracht niet begrijpen.)
4. Ti *ne* delaš domače naloge. (Gebruik ‘ne’ om te zeggen dat jij je huiswerk niet maakt.)
5. On *ne* živi v Ljubljani. (Gebruik ‘ne’ om te ontkennen dat hij in Ljubljana woont.)
6. Vi *ne* jeste kruha. (Gebruik ‘ne’ om te zeggen dat jullie geen brood eten.)
7. Otroci *ne* gledajo televizije. (Gebruik ‘ne’ om te zeggen dat de kinderen niet tv kijken.)
8. Ona *ne* piše pisma. (Gebruik ‘ne’ om aan te geven dat zij geen brieven schrijft.)
9. Midva *ne* hodiva v šolo. (Gebruik ‘ne’ om te zeggen dat wij niet naar school gaan.)
10. Ti *ne* razumeš angleščine. (Gebruik ‘ne’ om te ontkennen dat jij Engels begrijpt.)
Oefening 2: Ontkennende zinnen met ‘nihče’ en ‘nič’
2. Ne vidim *nič* zanimivega. (Gebruik ‘nič’ om te zeggen dat je niets interessants ziet.)
3. *Nihče* ne ve odgovora. (Gebruik ‘nihče’ om te ontkennen dat iemand het antwoord weet.)
4. On ni naredil *nič*. (Gebruik ‘nič’ om te zeggen dat hij niets gedaan heeft.)
5. *Nihče* ni doma. (Gebruik ‘nihče’ om te zeggen dat er niemand thuis is.)
6. Ne slišim *nič*. (Gebruik ‘nič’ om te ontkennen dat je iets hoort.)
7. *Nihče* ni rekel resnice. (Gebruik ‘nihče’ om te zeggen dat niemand de waarheid zei.)
8. Ni ostalo *nič* hrane. (Gebruik ‘nič’ om te zeggen dat er geen eten meer over is.)
9. *Nihče* ni odgovoren za to. (Gebruik ‘nihče’ om te zeggen dat niemand verantwoordelijk is.)
10. Ne razumem *nič* iz tega. (Gebruik ‘nič’ om te zeggen dat je er niets van begrijpt.)