Oefening 1: Gebruik van ontelbare zelfstandige naamwoorden in Macedonische zinnen
2. Voor het bakken heb ik wat *мука* (meel) nodig.
3. Er zit teveel *сол* (zout) in de soep.
4. We hebben verse *млеко* (melk) gekocht in de winkel.
5. Hij gebruikt altijd veel *шеќер* (suiker) in zijn koffie.
6. Ze geven veel *информации* (informatie) tijdens de les.
7. In de winter gebruik ik vaak *греење* (verwarming).
8. De tuin heeft veel *вода* (water) nodig om te groeien.
9. Zij drinkt geen *кафе* (koffie) in de ochtend.
10. Hij voegt geen *масло* (boter/olie) toe aan het gerecht.
Oefening 2: Kies het juiste ontelbare zelfstandig naamwoord in Macedonische context
2. Voor het ontbijt eet hij altijd *жито* (graan/haver).
3. De dokter gaf hem goede *совети* (advies).
4. In deze stad is weinig *облаци* (wolk) vandaag.
5. De chef gebruikt verse *маслиново масло* (olijfolie) in zijn gerechten.
6. We hebben genoeg *вино* (wijn) voor het feest.
7. Tijdens het werk drinkt hij veel *кафе* (koffie).
8. Er zit geen *млеко* (melk) meer in de koelkast.
9. De leraar gaf ons veel *знаења* (kennis).
10. Ze hebben weinig *време* (tijd) om te rusten.