Oefening 1: Onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd
2. Zij *келді* (kwam) laat thuis. Hint: verleden tijd van “келу” (komen).
3. Wij *айттық* (zeiden) dat het mooi weer was. Hint: verleden tijd van “айту” (zeggen).
4. Jij *оқыдың* (las) een interessant boek. Hint: verleden tijd van “оқу” (lezen).
5. Hij *жазды* (schreef) een brief aan zijn vriend. Hint: verleden tijd van “жазу” (schrijven).
6. De kinderen *жүгірудi* (renden) in het park. Hint: verleden tijd van “жүгіру” (rennen).
7. Ik *түсіндім* (verstand) de les goed. Hint: verleden tijd van “түсіну” (begrijpen).
8. Jullie *алды* (namen) het boek mee naar huis. Hint: verleden tijd van “алу” (nemen).
9. De leraar *білдірді* (deelde mee) het nieuws aan de klas. Hint: verleden tijd van “білдіру” (meedelen).
10. Zij *ұйықтады* (sliep) vroeg vannacht. Hint: verleden tijd van “ұйықтау” (slapen).
Oefening 2: Onregelmatige werkwoorden in de voltooide tijd
2. Jij hebt *келдің* (gekomen) uit de stad. Hint: voltooid deelwoord van “келу” (komen).
3. Zij heeft *айтты* (gezegd) dat ze komt. Hint: voltooid deelwoord van “айту” (zeggen).
4. Wij hebben *оқыдық* (gelezen) het nieuws vandaag. Hint: voltooid deelwoord van “оқу” (lezen).
5. Hij heeft een brief *жазды* (geschreven) voor zijn moeder. Hint: voltooid deelwoord van “жазу” (schrijven).
6. De kinderen hebben in het park *жүгірді* (gerend). Hint: voltooid deelwoord van “жүгіру” (rennen).
7. Jullie hebben de uitleg *түсіндіңіздер* (begrepen). Hint: voltooid deelwoord van “түсіну” (begrijpen).
8. Ik heb het cadeau *алдым* (genomen) van mijn vriend. Hint: voltooid deelwoord van “алу” (nemen).
9. De leraar heeft het antwoord *білдірді* (meegegeven) aan de studenten. Hint: voltooid deelwoord van “білдіру” (meedelen).
10. Zij hebben vannacht *ұйықтады* (geslapen) diep. Hint: voltooid deelwoord van “ұйықтау” (slapen).