Oefening 1: Onbepaalde voornaamwoorden als onderwerp
2. Včeraj je prišlo *nekaj* nenavadnega. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “iets” betekent.)
3. *Nekateri* ljudje radi berejo knjige. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “sommigen” betekent.)
4. *Nihče* ni prišel na zabavo. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “niemand” betekent.)
5. Ali poznaš *kdorkoli* v tem mestu? (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “iedereen” of “wie dan ook” betekent.)
6. *Nekaj* je padlo s police. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “iets” betekent.)
7. *Nekaj* ljudi je čakalo pred vhodom. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “enkele” betekent.)
8. *Nihče* ni odgovoril na vprašanje. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “niemand” betekent.)
9. *Nekdo* je pozabil svojo torbo tukaj. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “iemand” betekent.)
10. *Nekateri* otroci radi igrajo nogomet. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “sommigen” betekent.)
Oefening 2: Onbepaalde voornaamwoorden in combinatie met voorzetsels
2. Pismo je bilo poslano *nekemu* prijatelju. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord in de dativ, “aan iemand”.)
3. Ni bilo *nikakršne* težave. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “geen enkele” betekent.)
4. Čakam na *nekoga* pred vhodom. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord in de accusativ, “iemand”.)
5. Slišal sem nekaj glasbe iz *nekega* prostora. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord in de genitiv, “van iets”.)
6. Pojdi z mano, potrebujem *nekoga* za pomoč. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord in de accusativ, “iemand”.)
7. Ni bilo *ničesar* zanimivega na televiziji. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “niets” betekent.)
8. Pridi ob *nekaterih* urah, prosim. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “sommige” betekent.)
9. Zanimam se za *nekaj* novega. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord dat “iets” betekent.)
10. Ni bilo *nikogar* v trgovini. (Gebruik een onbepaald voornaamwoord in de genitiv, “niemand”.)