1. Ik heb *jeden* pes gekocht. (Hint: Onbepaald lidwoord voor mannelijk enkelvoud in nominatief)
2. Zij ziet *jednu* kočku in de tuin. (Hint: Onbepaald lidwoord voor vrouwelijk enkelvoud in accusatief)
3. Hij drinkt *jedno* pivo in het café. (Hint: Onbepaald lidwoord voor onzijdig enkelvoud in nominatief)
4. We zoeken *nějakého* učitele voor de les. (Hint: Onbepaald lidwoord voor mannelijk enkelvoud in genitief)
5. Ze hebben *nějakou* knihu gelezen. (Hint: Onbepaald lidwoord voor vrouwelijk enkelvoud in accusatief)
6. Ik wil *nějaké* jablko eten. (Hint: Onbepaald lidwoord voor onzijdig enkelvoud in accusatief)
7. Dáš mi *nějaký* stůl? (Hint: Onbepaald lidwoord voor mannelijk enkelvoud in accusatief)
8. On má *nějakou* kamarádku. (Hint: Onbepaald lidwoord voor vrouwelijk enkelvoud in accusatief)
9. Potřebujeme *nějaké* informace. (Hint: Onbepaald lidwoord voor onzijdig meervoud in accusatief)
10. Vidím *nějaké* stromy in het park. (Hint: Onbepaald lidwoord voor mannelijk meervoud in accusatief)

1. Mluvím s *nějakým* mužem. (Hint: Onbepaald lidwoord mannelijk enkelvoud in instrumentalis)
2. Jdu k *nějaké* ženě. (Hint: Onbepaald lidwoord vrouwelijk enkelvoud in dativ)
3. Hraju si s *nějakým* dítětem. (Hint: Onbepaald lidwoord onzijdig enkelvoud in instrumentalis)
4. Bez *nějakého* auta nemůžeme jet. (Hint: Onbepaald lidwoord mannelijk enkelvoud in genitiv)
5. Pomáhám *nějaké* studentce. (Hint: Onbepaald lidwoord vrouwelijk enkelvoud in dativ)
6. Čekám na *nějakého* kamaráda. (Hint: Onbepaald lidwoord mannelijk enkelvoud v akuzativ)
7. Bydlím v *nějakém* domě. (Hint: Onbepaald lidwoord mannelijk enkelvoud in lokativ)
8. Mám strach z *nějaké* zvířete. (Hint: Onbepaald lidwoord onzijdig enkelvoud in genitiv)
9. Viděl jsem *nějaké* ptáky. (Hint: Onbepaald lidwoord mannelijk meervoud in akuzativ)
10. Dám to *nějaké* ženě. (Hint: Onbepaald lidwoord vrouwelijk enkelvoud in dativ)