1. Јас имам *еден* автомобил. (Gebruik het onbepaald lidwoord voor een mannelijk zelfstandig naamwoord.)
2. Таа сака да купи *една* книга. (Gebruik het onbepaald lidwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
3. Тој јаде *едно* јаболко. (Gebruik het onbepaald lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord.)
4. Имам *еден* син. (Onbepaald lidwoord, mannelijk geslacht.)
5. Видов *една* птица во паркот. (Onbepaald lidwoord, vrouwelijk geslacht.)
6. Купив *едно* ново чевли. (Onbepaald lidwoord, onzijdig geslacht.)
7. Ти гледаш *еден* филм. (Onbepaald lidwoord, mannelijk geslacht.)
8. Таа носи *една* јакна. (Onbepaald lidwoord, vrouwelijk geslacht.)
9. Ова е *едно* мало куче. (Onbepaald lidwoord, onzijdig geslacht.)
10. Имаме *еден* пријател од училиште. (Onbepaald lidwoord, mannelijk geslacht.)

1. Ти имаш *еден* голем дом. (Onbepaald lidwoord met mannelijk zelfstandig naamwoord en adjectief.)
2. Ја видов *една* убава девојка. (Onbepaald lidwoord met vrouwelijk zelfstandig naamwoord en adjectief.)
3. Тој купи *едно* мало дете. (Onbepaald lidwoord met onzijdig zelfstandig naamwoord en adjectief.)
4. Имав *еден* тежок ден. (Onbepaald lidwoord, mannelijk geslacht, adjectief.)
5. Таа сака *една* интересна книга. (Onbepaald lidwoord, vrouwelijk geslacht, adjectief.)
6. Гледаме *едно* ново возило. (Onbepaald lidwoord, onzijdig geslacht, adjectief.)
7. Тој има *еден* добар пријател. (Onbepaald lidwoord, mannelijk geslacht, adjectief.)
8. Таа носи *една* црвена јакна. (Onbepaald lidwoord, vrouwelijk geslacht, adjectief.)
9. Имаме *едно* удобно креветче. (Onbepaald lidwoord, onzijdig geslacht, adjectief.)
10. Ти купи *еден* нов телефон. (Onbepaald lidwoord, mannelijk geslacht, adjectief.)