1. Han har *en* stor hund. (Gebruik het onbepaalde lidwoord in het Deens voor een mannelijk zelfstandig naamwoord.)
2. Vi så *et* gammelt hus. (Gebruik het onbepaalde lidwoord voor een onzijdig zelfstandig naamwoord.)
3. Hun købte *en* rød kjole. (Onbepaald lidwoord, vrouwelijk zelfstandig naamwoord.)
4. Jeg har *ingen* idé. (Gebruik het onbepaalde woord dat ‘geen’ betekent.)
5. De fandt *nogle* gode bøger. (Onbepaald meervoud, betekent ‘enkele’ of ‘sommige’.)
6. Han ønsker sig *en* ny bil. (Onbepaald lidwoord bij een mannelijk woord.)
7. Vi har *et* lille problem. (Onbepaald lidwoord bij een onzijdig woord.)
8. Hun har *en* interessant idé. (Onbepaald lidwoord bij vrouwelijk woord.)
9. Der er *nogle* børn i parken. (Onbepaald meervoud, ‘enkele’ of ‘sommige’.)
10. Jeg så *en* smuk solnedgang. (Onbepaald lidwoord bij mannelijk woord.)

1. Han drikker *en* kop kaffe. (Gebruik het onbepaalde lidwoord voor een mannelijk woord.)
2. Vi købte *et* nyt bord. (Onbepaald lidwoord voor onzijdig woord.)
3. Hun har *en* sød kat. (Onbepaald lidwoord voor vrouwelijk woord.)
4. Der er *nogle* æbler i kurven. (Onbepaald meervoud, ‘enkele’ of ‘sommige’.)
5. Jeg fandt *ingen* fejl i teksten. (Gebruik ‘geen’ als onbepaald woord.)
6. Han skriver *en* lang bog. (Onbepaald lidwoord bij mannelijk woord.)
7. Vi har *et* stort hus. (Onbepaald lidwoord bij onzijdig woord.)
8. Hun købte *en* blå jakke. (Onbepaald lidwoord bij vrouwelijk woord.)
9. Der er *nogle* gode film på tv. (Onbepaald meervoud.)
10. Jeg har *ingen* tid i dag. (Negatief onbepaald woord.)