Oefening 1: Gebruik van kardinale getallen in IJslandse bijvoeglijke naamwoorden
2. Hún hefur *fjórar* bækur. (Hint: Gebruik de vrouwelijke vorm van het getal ‘vier’.)
3. Við keyptum *fimm* epli. (Hint: Het getal ‘vijf’ verandert niet met geslacht in het meervoud.)
4. Hann á *sex* vini. (Hint: Gebruik het juiste getal voor ‘zes’ met mannelijke zelfstandige naamwoorden.)
5. Við sáum *sjö* hús. (Hint: Het getal ‘zeven’ blijft hetzelfde in het meervoud.)
6. Hún gaf mér *átta* blóm. (Hint: Gebruik de vrouwelijke vorm van het getal ‘acht’.)
7. Ég þurfti *níu* stóla. (Hint: Het getal ‘negen’ verandert niet met geslacht in het meervoud.)
8. Þau keyptu *tíu* bíla. (Hint: Gebruik het getal ’tien’ in meervoud zonder aanpassing.)
9. Ég á *einn* bróður. (Hint: Gebruik de mannelijke vorm van het getal ‘één’.)
10. Hún hefur *tvær* systur. (Hint: Gebruik de vrouwelijke vorm van het getal ’twee’.)
Oefening 2: Gebruik van ordinale getallen in IJslandse bijvoeglijke naamwoorden
2. Hún vann *önnur* verðlaun. (Hint: Gebruik de vrouwelijke vorm van het tweede ordinale getal.)
3. Við bjuggu í *þriðja* húsi við götuna. (Hint: Gebruik de onzijdige vorm van het derde ordinale getal.)
4. Þetta er *fjórði* mánuðurinn á árinu. (Hint: Gebruik de mannelijke vorm van het vierde ordinale getal.)
5. Hún lauk *fimmta* verkefninu. (Hint: Gebruik de onzijdige vorm van het vijfde ordinale getal.)
6. Hann var *sjötti* í röðinni. (Hint: Gebruik de mannelijke vorm van het zesde ordinale getal.)
7. Þetta er *áttunda* bókin í seríunni. (Hint: Gebruik de vrouwelijke vorm van het achtste ordinale getal.)
8. Hann fékk *níunda* einkunnina. (Hint: Gebruik de vrouwelijke vorm van het negende ordinale getal.)
9. Þetta var *tíundi* leikurinn á tímabilinu. (Hint: Gebruik de mannelijke vorm van het tiende ordinale getal.)
10. Hún bjó í *elfta* húsi við ströndina. (Hint: Gebruik de vrouwelijke vorm van het elfde ordinale getal.)