1. Ik drink *voda* elke ochtend. (Hint: Gebruik geen lidwoord voor onbepaalde hoeveelheid water.)
2. Zij leest *kniha* in de bibliotheek. (Hint: Enkelvoud zonder lidwoord bij een zelfstandig naamwoord.)
3. Wij gaan naar *škola* om te leren. (Hint: Plaatsnaam zonder lidwoord in het Tsjechisch.)
4. Hij koopt verse *ovoce* op de markt. (Hint: Onbepaald meervoud zonder lidwoord.)
5. Kinderen spelen in *park* bij mooi weer. (Hint: Locatie zonder lidwoord.)
6. Ze heeft nieuwe *auto* gekocht. (Hint: Onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord.)
7. Ik eet graag *jablko* als tussendoortje. (Hint: Enkelvoud zonder lidwoord.)
8. We luisteren naar *hudba* tijdens het werk. (Hint: Abstract zelfstandig naamwoord zonder lidwoord.)
9. Hij werkt in *kancelář* in het centrum. (Hint: Plaatsnaam zonder lidwoord.)
10. Jullie drinken warme *káva* in de ochtend. (Hint: Onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord.)

1. Vrouw draagt mooie *šaty* op feest. (Hint: Meervoud zonder lidwoord bij kledingstuk.)
2. Student studeert na dlouhé *den* v knihovně. (Hint: Tijdsaanduiding zonder lidwoord.)
3. Ráno piji silné *káva* před prací. (Hint: Enkelvoud zonder lidwoord bij drank.)
4. Oni jedí čerstvé *chléb* s máslem. (Hint: Onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord.)
5. Děti hledají barevné *motýl* na louce. (Hint: Meervoud of enkelvoud zonder lidwoord afhankelijk van context.)
6. Muž pracuje v moderní *kancelář* ve městě. (Hint: Plaatsnaam zonder lidwoord.)
7. Rodiče vidí šťastné *děti* v parku. (Hint: Meervoud zonder lidwoord.)
8. Ona poslouchá tichou *hudba* večer doma. (Hint: Abstract zelfstandig naamwoord zonder lidwoord.)
9. Pes běží rychle přes zelenou *louka*. (Hint: Locatie zonder lidwoord.)
10. Přátelé pijí studené *pivo* v hospodě. (Hint: Onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord.)