Oefening 1: Nul-artikelwoorden bij talen en vakken
2. Ik leer *wiskunde* op school. (Tip: vak zonder lidwoord)
3. Zij studeert *geschiedenis* aan de universiteit. (Tip: vak zonder lidwoord)
4. Wij begrijpen *Engels* goed. (Tip: taal zonder lidwoord)
5. Jullie hebben vandaag *natuurkunde* les. (Tip: vak zonder lidwoord)
6. De kinderen leren *Arabisch* op de madrassa. (Tip: taal zonder lidwoord)
7. Hij vindt *biologie* interessant. (Tip: vak zonder lidwoord)
8. Ik lees een boek in het *Frans*. (Tip: taal zonder lidwoord)
9. Ze volgt een cursus *informatica*. (Tip: vak zonder lidwoord)
10. We spreken vaak over *filosofie*. (Tip: vak zonder lidwoord)
Oefening 2: Nul-artikelwoorden bij onbepaalde zelfstandige naamwoorden
2. Zij eet graag *brood*. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
3. Ik heb *geld* nodig voor de markt. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
4. Wij zoeken *informatie* over het project. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
5. Jullie moeten *lucht* inademen. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
6. Hij draagt altijd *kleding* van katoen. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
7. Ze hebben veel *ervaring* in hun vak. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
8. Ik heb geen *tijd* om te wachten. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
9. We zien *licht* in de kamer. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
10. Jij koopt *fruit* op de markt. (Tip: onbepaald zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)