1. Mən *müəllim*əm. (Hint: beroep, geen lidwoord nodig)
2. O, *həkim*dir. (Hint: beroep, geen lidwoord nodig)
3. Biz *mühəndis*ik. (Hint: beroep, meervoud zonder lidwoord)
4. Sən *ingilis* dilini bilirsən. (Hint: taal, geen lidwoord nodig)
5. Mən *rus* dilini öyrənirəm. (Hint: taal, geen lidwoord nodig)
6. O, *dərs* deyir. (Hint: algemeen zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
7. Biz *musiqi* dinləyirik. (Hint: abstract zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
8. Sən *həkim* olmaq istəyirsən. (Hint: beroep, geen lidwoord)
9. Mən *tələbə*yəm. (Hint: beroep/studie, geen lidwoord)
10. O, *riyaziyyat* müəllimidir. (Hint: beroep met vakgebied, geen lidwoord)

1. Mən hər səhər *çay* içirəm. (Hint: algemeen zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
2. Sən *su* içirsən. (Hint: onbepaald substantief, geen lidwoord)
3. O, *kitab* oxuyur. (Hint: algemeen zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
4. Biz *hava* yaxşıdır. (Hint: onbepaald zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
5. Sən *yemək* bişirirsən. (Hint: algemeen zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
6. Mən *səhər* qalxıram. (Hint: tijdsaanduiding zonder lidwoord)
7. O, *iş*ə gedir. (Hint: algemeen zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
8. Biz *dost* olmalıyıq. (Hint: zelfstandig naamwoord zonder lidwoord)
9. Sən *hava* alırsan. (Hint: algemeen zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)
10. Mən *yol* gedirəm. (Hint: algemeen zelfstandig naamwoord, geen lidwoord)