Oefening 1: Modale werkwoorden voor mogelijkheid en vermogen
2. Jij *mag* vandaag laat opblijven. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor toestemming.)
3. Wij *moeten* op tijd komen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor verplichting.)
4. Hij *kan* niet naar het feest komen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om onmogelijkheid aan te geven.)
5. Jullie *mogen* niet zonder toestemming vertrekken. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor verbod.)
6. Zij *kunnen* drie talen spreken. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor vermogen.)
7. Ik *moet* morgen vroeg opstaan. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor noodzaak.)
8. Jij *mag* geen telefoons gebruiken tijdens de les. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor verbod.)
9. Wij *kunnen* het huis zelf schoonmaken. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor mogelijkheid.)
10. Hij *moet* zijn huiswerk maken voor het avondeten. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor verplichting.)
Oefening 2: Modale werkwoorden in vragen en ontkenningen
2. Zij *mag* niet naar buiten gaan zonder jas. (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een ontkenning voor verbod.)
3. *Moeten* wij morgen een test maken? (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een vraag om verplichting te vragen.)
4. Hij *kan* vandaag niet naar school gaan. (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een ontkenning voor onmogelijkheid.)
5. *Mag* ik jou iets vragen? (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een beleefde vraag om toestemming te vragen.)
6. Wij *moeten* niet te laat komen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een ontkenning om een verplichting te ontkennen.)
7. *Kunnen* jullie morgen meedoen aan de wedstrijd? (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een vraag om mogelijkheid te vragen.)
8. Zij *mag* niet zonder toestemming haar kamer verlaten. (Hint: Gebruik het modale werkwoord voor verbod.)
9. *Moet* hij altijd zo hard werken? (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een vraag om een verplichting te benadrukken.)
10. Ik *kan* niet begrijpen wat je zegt. (Hint: Gebruik het modale werkwoord in een ontkenning om onvermogen uit te drukken.)