Oefening 1: Gebruik van modale werkwoorden voor toestemming en mogelijkheid
2. Wij *kunnen* morgen naar de markt gaan. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om mogelijkheid uit te drukken.)
3. Hij *mag* niet roken in het restaurant. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een verbod aan te geven.)
4. Zij *kan* heel goed zwemmen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om vaardigheid aan te geven.)
5. Jij *mag* mijn boek lenen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om toestemming te geven.)
6. Wij *kunnen* deze taak samen doen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om mogelijkheid te benadrukken.)
7. Je *mag* niet te laat komen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een regel of verbod aan te geven.)
8. Hij *kan* drie talen spreken. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een vaardigheid te tonen.)
9. Zij *mag* hier niet spelen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een verbod uit te drukken.)
10. Jij *kan* me helpen met het huiswerk? (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een mogelijkheid of verzoek te uiten.)
Oefening 2: Gebruik van modale werkwoorden voor verplichting en advies
2. Wij *moeten* op tijd komen voor de les. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om noodzaak uit te drukken.)
3. Hij *moet* meer water drinken. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een advies te geven.)
4. Zij *moet* haar kamer opruimen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een verplichting te tonen.)
5. Jij *moet* je jas aandoen, het is koud. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een dringend advies te geven.)
6. Wij *moeten* harder werken voor het examen. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om noodzaak aan te geven.)
7. Je *moet* elke dag oefenen om beter te worden. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een regel of advies te geven.)
8. Hij *moet* op tijd zijn voor zijn afspraak. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om verplichting aan te geven.)
9. Zij *moet* meer slapen voor haar gezondheid. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een advies te geven.)
10. Jij *moet* niet te laat naar bed gaan. (Hint: Gebruik het modale werkwoord om een negatief advies of regel aan te geven.)