Oefening 1: Gebruik van modale werkwoorden om mogelijkheid en toestemming uit te drukken
2. Wij *पर्छ* onze huiswerk maken voordat we spelen (hint: verplichting).
3. Hij *सक्छ* vandaag komen, want hij heeft tijd (hint: mogelijkheid).
4. Jullie *पर्नेछ* op tijd zijn voor de les (hint: sterke verplichting).
5. Ik *पाउँछु* water drinken als ik dorst heb (hint: toestemming of mogelijkheid).
6. Zij *सक्छिन्* goed Nepalees spreken (hint: mogelijkheid).
7. Jij *पर्छ* meer studeren om te slagen (hint: noodzaak).
8. Wij *सक्छौं* samen naar het feest gaan (hint: mogelijkheid).
9. Hij *पर्छ* vroeg opstaan voor het werk (hint: verplichting).
10. Ik *पर्छ* voorzichtig zijn met de afspraken (hint: noodzaak of verplichting).
Oefening 2: Gebruik van modale werkwoorden om wens en advies uit te drukken
2. Zij *पर्छ* meer water drinken voor een goede gezondheid (hint: advies).
3. Wij *चाहन्छौं* naar Nepal reizen volgend jaar (hint: wens).
4. Hij *पर्छ* op tijd komen naar het werk (hint: advies).
5. Ik *चाहन्छु* beter Nepalees spreken (hint: wens).
6. Jullie *पर्छ* regelmatig oefenen om vooruitgang te boeken (hint: advies).
7. Zij *चाहन्छिन्* nieuwe vrienden maken (hint: wens).
8. Wij *पर्छ* meer aandacht geven aan de grammatica (hint: advies).
9. Jij *चाहन्छौ* slagen voor het examen (hint: wens).
10. Hij *पर्छ* gezond eten om fit te blijven (hint: advies).