Oefening 1: Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden
2. De *ಮನೆಗಳು* zijn groot en mooi. (Hint: meervoud van ‘ಮನೆ’ betekent huizen)
3. Er zijn veel *ಪುಸ್ತಕಗಳು* op de tafel. (Hint: meervoud van ‘ಪುಸ್ತಕ’ betekent boeken)
4. De *ಹೆಣ್ಣುಮಕ್ಕಳು* lachen samen. (Hint: meervoud van ‘ಹೆಣ್ಣುಮಗು’ betekent meisjes)
5. De *ಮರಗಳು* geven schaduw. (Hint: meervoud van ‘ಮರ’ betekent bomen)
6. Mijn vrienden hebben nieuwe *ಕಾರುಗಳು*. (Hint: meervoud van ‘ಕಾರು’ betekent auto’s)
7. De *ಬಾಲಕರು* studeren hard. (Hint: meervoud van ‘ಬಾಲಕ’ betekent jongens)
8. De *ಹಣ್ಣುಗಳು* zijn zoet en rijp. (Hint: meervoud van ‘ಹಣ್ಣು’ betekent vruchten)
9. De *ಹೆಸರುಗಳು* zijn moeilijk te onthouden. (Hint: meervoud van ‘ಹೆಸರು’ betekent namen)
10. De *ಕಾಗೆಗಳು* vliegen in de lucht. (Hint: meervoud van ‘ಕಾಗೆ’ betekent kraaien)
Oefening 2: Gebruik van meervoudige zelfstandige naamwoorden in zinnen
2. Veel *ಮನೆಗಳು* hebben een tuin. (Hint: gebruik meervoud van ‘ಮನೆ’ voor huizen)
3. Mijn broer leest vele *ಪುಸ್ತಕಗಳು*. (Hint: meervoud van ‘ಪುಸ್ತಕ’ betekent boeken)
4. De *ಹೆಣ್ಣುಮಕ್ಕಳು* dansen op het feest. (Hint: meervoud van ‘ಹೆಣ್ಣುಮಗು’ betekent meisjes)
5. Oude *ಮರಗಳು* staan langs de weg. (Hint: meervoud van ‘ಮರ’ betekent bomen)
6. Nieuwe *ಕಾರುಗಳು* zijn duur. (Hint: meervoud van ‘ಕಾರು’ betekent auto’s)
7. De *ಬಾಲಕರು* spelen voetbal in het veld. (Hint: meervoud van ‘ಬಾಲಕ’ betekent jongens)
8. Verse *ಹಣ್ಣುಗಳು* liggen op de markt. (Hint: meervoud van ‘ಹಣ್ಣು’ betekent vruchten)
9. Alle *ಹೆಸರುಗಳು* zijn opgeschreven. (Hint: meervoud van ‘ಹೆಸರು’ betekent namen)
10. Zwarte *ಕಾಗೆಗಳು* zitten op het dak. (Hint: meervoud van ‘ಕಾಗೆ’ betekent kraaien)