Oefening 1: Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden
2. In de tuin groeien veel *güllər*. (Hint: Bij woorden die eindigen op een zachte klank, gebruik je ‘-lər’ als meervoudsuitgang.)
3. Mijn vrienden heten *dostlar*. (Hint: Controleer de laatste letter van het woord om ‘-lar’ of ‘-lər’ te kiezen.)
4. De *uşaqlar* spelen buiten. (Hint: ‘Uşaq’ krijgt de meervoudsvorm met ‘-lar’.)
5. Er zijn veel *evlər* in de stad. (Hint: Woorden met zachte klinkers krijgen ‘-lər’ als meervoud.)
6. De *müəllimlər* geven les. (Hint: Meervoud van ‘müəllim’ wordt gevormd met ‘-lər’.)
7. Op het bord staan *sözlər*. (Hint: Het woord eindigt op een zachte klinker, dus gebruik ‘-lər’.)
8. De *qələmələr* liggen op de grond. (Hint: Controleer of het woord eindigt op een zachte of harde medeklinker.)
9. Mijn broers zijn *qardaşlar*. (Hint: Meervoudsvorm met ‘-lar’ bij harde medeklinkers.)
10. De *kitabxanalar* zijn open. (Hint: Woorden die eindigen op een harde klank krijgen ‘-lar’.)
Oefening 2: Meervoud in zinnen correct toepassen
2. De *qadınlar* zijn aan het winkelen. (Hint: Meervoud met ‘-lar’ bij harde medeklinker.)
3. Mijn buren hebben drie *pişiklər*. (Hint: Woorden die eindigen op een zachte klinker krijgen ‘-lər’.)
4. De *dərslər* beginnen om negen uur. (Hint: Meervoudsvorm met ‘-lər’ omdat het woord zacht eindigt.)
5. Veel *gözlər* kijken naar het podium. (Hint: Eindigt op zachte klinker, dus ‘-lər’.)
6. De *qələm* wordt door veel *qələmlər* gebruikt. (Hint: Meervoud met ‘-lər’ door zachte klinker.)
7. Op de markt verkopen ze verse *meyvələr*. (Hint: Meervoud met ‘-lər’ omdat het woord zacht eindigt.)
8. De *uşaqlar* zingen een lied. (Hint: Meervoud met ‘-lar’ bij harde medeklinker.)
9. In de klas zitten tien *şagirdlər*. (Hint: Meervoud met ‘-lər’ bij zachte klinker.)
10. De *kitablar* liggen op de plank. (Hint: Woorden die eindigen op een harde medeklinker krijgen ‘-lar’.)