1. De man leest *книгата* (het boek). Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor vrouwelijk zelfstandig naamwoord in de enkelvoud.
2. Ik zie *стола* (de stoel). Hint: Mannelijk zelfstandig naamwoord, bepaald lidwoord in de enkelvoud.
3. Zij koopt *ябълката* (de appel). Hint: Vrouwelijk zelfstandig naamwoord met bepaald lidwoord.
4. Het kind speelt met *мячът* (de bal). Hint: Mannelijk zelfstandig naamwoord met bepaald lidwoord.
5. Wij bezoeken *градът* (de stad). Hint: Mannelijk zelfstandig naamwoord, bepaald lidwoord.
6. De vrouw draagt *роклята* (de jurk). Hint: Vrouwelijk zelfstandig naamwoord, bepaald lidwoord.
7. Hij eet *ябълката* (de appel). Hint: Vrouwelijk zelfstandig naamwoord, bepaald lidwoord.
8. De hond rent achter *котката* (de kat) aan. Hint: Vrouwelijk zelfstandig naamwoord, bepaald lidwoord.
9. Jullie lezen *вестника* (de krant). Hint: Mannelijk zelfstandig naamwoord met bepaald lidwoord.
10. De leraar geeft les in *класната стая* (het klaslokaal). Hint: Vrouwelijk zelfstandig naamwoord met bepaald lidwoord.

1. Ik zie *един* мъж (een man). Hint: Gebruik het onbepaalde lidwoord voor mannelijk enkelvoud.
2. Zij heeft *една* книга (een boek). Hint: Onbepaald lidwoord voor vrouwelijk enkelvoud.
3. Wij kopen *едно* дете (een kind). Hint: Onbepaald lidwoord voor onzijdig enkelvoud.
4. Er zijn *няколко* стола (enkele stoelen). Hint: Meervoud zonder lidwoord, gebruik ‘няколко’ voor enkele.
5. Zij zien *някои* кучета (sommige honden). Hint: Meervoud met onbepaald gevoel, gebruik ‘някои’.
6. Hij eet *една* ябълка (een appel). Hint: Vrouwelijk enkelvoud onbepaald lidwoord.
7. Zij hebben *един* приятел (een vriend). Hint: Mannelijk enkelvoud onbepaald lidwoord.
8. Ik koop *една* рокля (een jurk). Hint: Vrouwelijk enkelvoud onbepaald lidwoord.
9. Er zijn *няколко* деца (enkele kinderen). Hint: Meervoud zonder lidwoord, gebruik ‘няколко’.
10. Jij hebt *едно* куче (een hond). Hint: Onzijdig enkelvoud onbepaald lidwoord.